Niemand verwacht dat ECB-president Draghi tijdens zijn laatste vergadering later deze week grote veranderingen zal aankondigen. Evenmin hoeft niet te worden verwacht dat veel zal worden gezegd over vermeende visiespanningen in het bestuur.
Het zou Draghi sieren om dat soort van zaken over te laten aan zijn opvolger Christine Lagarde. Daarvoor lopen de rentespanningen te sterk op. In de VS is sinds kort sprake van een terugkerend tekort aan kortlopend geld. In Europa is Duitse Bunds 10Y bezig met een opmars tot boven de 1% tegen min 0,37% nu. En dat is nog maar het begin.
Lagarde staat meer voor zuiverheid dan voor kunstmatigheid. Het proces van normalisering zal mogelijk – hopelijk – versneld worden uitgevoerd. Een stijgende rente past bij de inflatie van 0,8% in de eurozone. Het is bovendien een teken van economisch vertrouwen. Er wordt een rentebuffer opgebouwd om te gebruiken als dat echt nodig is. En het kan een blussende werking hebben op de oververhitte vastgoedmarkt.
De rente langdurig kunstmatig laag houden is vrijwel ondenkbaar. Europa is te verdeeld met nationaal gebrom om te streven naar Japanse toestanden, waar balansen van de overheid en centrale bank met elkaar zijn verweven. Geen QE, nieuwe plannen daartoe zelfs afblazen, en hooguit groei generende investeringen van overheden financieren. Tot op heden hebben die overheden Draghi monetair in de maling genomen en zijn beleid gebruikt – zo niet misbruikt – door de lagere rente enkel te gebruiken om de financieringslasten te drukken. Zo kunnen we niet door blijven gaan. Neoliberale politiek en meritocratische gedrag (pakken wat je pakken kan zolang het mag) passen steeds minder in een duurzame samenleving.