Het is alweer zes jaar geleden dat Mario Draghi zijn beroemde uitspraak “whatever it takes” deed om de eenheid in de Europese Unie te bewaren. Zijn speech markeerde een belangrijk keerpunt voor de Europese economie tijdens de financiële crisis. Sindsdien zijn de risicopremies gedaald en zijn financieringsvoorwaarden – vooral voor overheidsschulden – gunstiger geworden.
De Chart of the Week van DWS laat zien dat de Italiaanse minister van Financiën in vergelijking tot het bbp ongeveer een derde minder kwijt is aan aflossingen dan in het jaar 2000. Dat is opmerkelijk aangezien de Italiaanse schuldenlast is toegenomen van 105% naar 132% van het bbp. Ook de Duitsers en de Fransen hoeven minder te budgetteren om hun betalingsverplichtingen na te komen.
“Het is een zegen dat de eurozone niet uiteen is gevallen, en dat we bespaard zijn gebleven van een ernstige economische crisis. Maar er hangt wel een prijskaartje aan. De grenzen tussen het economisch, begrotings- en monetair beleid zijn vervaagd tot een niveau dat tien jaar geleden volstrekt ondenkbaar was. Dat heeft het begrotings- en monetair beleid er na de crisis niet gemakkelijker op gemaakt. Op den duur kan het ons hoofdpijn bezorgen. Meer voortgang, vooral op vlak van verdere integratie van de Europese kapitaalmarkten, zou meer dan welkom zijn.”