Vermogensbeheerder DWS verwacht niet dat bedrijven buitengewoon slechte derdekwartaalcijfers zullen presenteren, maar prognoses voor 2023 worden waarschijnlijk op grotere schaal naar beneden bijgesteld. Dat voorzien Thomas Bucher, aandelenstrateeg en David Bianco, CIO Americas van vermogensbeheerder DWS in de Grafiek van de Week.
De vraag is of ongeruste beleggers reikhalzend naar de cijferregen uitkijken, of dat deze ondergesneeuwd wordt door nijpender zaken als de inflatie, de hoge rentes, valutavolatiliteit, energietekorten en de oorlog in Oekraïne die steeds grilliger verloopt, stelt Bucher.
Volgens Bucher kan het nog alle kanten uit, want aandelenkoersen worden bepaald door twee factoren: de bedrijfsresultaten en de waarderingsratios, zoals de koers/winstverhouding.
De afgelopen jaren bewogen de koers-winstverhoudingen vrij keurig mee met het reëel rendement op staatsobligaties en de volatiliteit op de aandelenmarkten. In de VS zijn de reële rendementen sinds het begin van het jaar gestegen van min 1% tot 1,5%, en in Duitsland van min 2% tot ongeveer 0% nu. Daarentegen heeft bijvoorbeeld de S&P 500 weer te maken met zeer hoge volatiliteit. “Deze twee factoren lagen de afgelopen weken aan de basis van de zwakke beurskoersen.”
Toch kunnen we volgens Bucher niet om de derdekwartaalcijfers heen omdat deze de marktverwachtingen aan de realiteit koppelen en omdat ze de basis vormen voor de winstprognoses in 2023. “De winstverwachtingen voor het derde en vierde kwartaal zijn nog altijd te hoog.” Toch verwacht DWS ook weer niet dat de winsten totaal instorten.
Wel zullen volgens de vermogensbeheerder de consensusschattingen voor het komend jaar naar beneden worden bijgesteld. “De kans dat de winst van de bedrijven in de S&P 500 in 2023 lager uitvalt dan dit jaar, is groot”, zegt CIO Americas David Bianco.
“In de grafiek van de week is goed te zien hoe de winstverwachtingen voor de komende twaalf maanden van bepaalde sectoren in de loop van het jaar zijn gewijzigd. De energiesector heeft met een winststijging van 160% voor heel wat opschudding gezorgd. Toch is dat met een gewicht van 5% binnen de index allemaal nog te overzien. Verder zijn alleen de ramingen voor industrials en basismaterialen hoger dan aan het begin van het jaar, terwijl de prognoses voor alle andere sectoren naar beneden zijn bijgesteld (de zwaarst getroffenen zijn bedrijven in de communicatiedienstensector). Dit alles heeft geresulteerd in een totale neerwaartse bijstelling van zo’n 2%. Al met al zijn analisten dus niet al te terughoudend geweest met hun bijstellingen, zeker in dit klimaat.”
Volgens Bianco zijn de cijfers in reële termen, dus gecorrigeerd voor inflatie, niet erg bemoedigend. “Daarnaast zullen de kwartaalcijfers vaker moeten worden aangepast wegens de fluctuerende wisselkoersen. Voor de beleggers bemoeilijkt dat de jaar-op-jaarvergelijkingen. Ook voor bedrijven is het een onzekere factor. Voor beleggers ligt een terugkeer naar ‘normale omstandigheden’ de komende maanden nog niet in het vizier.”