Geopolitieke spanningen en de inflatie bedreigen ook komend jaar de wereldeconomie. Het omlaag duwen van de inflatie is geen sinecure voor centrale banken, stelt DWS.
Amerikanen en de Europeanen (eurozone) rekenen op een eerste renteverlaging in juni. “Wij gaan uit van een ‘zachte landing’ voor de wereldeconomie in combinatie met een daling van de inflatie en de rente. Het terugbrengen van de inflatie van 10% naar 5% was niet zo heel erg moeilijk voor de centrale banken, maar een daling van 5% naar de doelstelling van 2% teweegbrengen, is geen sinecure.”
“De verhogingen van 450 basispunten in de eurozone en de meer dan 500 basispunten in de VS zijn voldoende om de inflatie en de economische groei af te remmen.” Die blijft in de eurozone steken op 0,7% De Amerikaanse economie houdt zich dit jaar overeind met een groei van 2,3%.
Verkiezingen
Volgend jaar wordt gekenmerkt door belangrijke verkiezingen, onder meer in de VS, India, Rusland, Taiwan en Zuid-Korea. Dit kan de markten flink opschudden met hogere risicopremies voor obligaties, dalende beurskoersen, meer volatiliteit en een vlucht van beleggers naar zogenoemde veilige havens. “Maar uit het verleden blijkt dat deze weerslag nooit van lange duur is en de impact is dus vrij beperkt.”
“We hebben een sterke voorkeur voor staats- en bedrijfsobligaties met korte en middellange looptijden. De risico’s waarmee obligatiebeleggers te maken krijgen in 2024 zijn de hardnekkig hoge inflatie, geen snelle renteverlaging en een enorm aanbod aan obligaties.”
Aandelenrendement van 6%
DWS verwacht dat de bedrijfsresultaten in geïndustrialiseerde landen volgend jaar met gemiddeld 8% toenemen. Voor opkomende markten gaat de vermogensbeheerder uit van 11%. “Onze prognoses liggen 3% onder de consensus, want veel andere marktvorsers houden volgens ons nog onvoldoende rekening met de impact van de hogere rentes op het bedrijfsleven. Voor 2024 is een rendement van 6% op de wereldwijde aandelenmarkten haalbaar. “Er moet gemiddeld veel neergeteld worden voor Amerikaanse aandelen en dat is vooral te danken aan de beurskoersen van de Magnificent Seven. Beleggers houden die aandelen vast, in ieder geval tot er meer duidelijkheid is over het monetaire beleid.”
In Europa en Japan is het een ander verhaal. Daar zijn aandelen goedkoper, vooral de zogenoemde second-line aandelen hebben winstpotentie. Als onze verwachting van een zachte economische landing bewaarheid wordt, zijn dit soort aandelen enorm veelbelovend, aldus Poppe. In Azië kijkt DWS vooral naar Japan waar bedrijven profiteren van de zwakke yen.