In maart heeft de Fed zijn economische prognoses voor de langere termijn aangekondigd.1 De centrale bank verwacht een reële economische groei tussen 1,6 en 2,5 procent per jaar, een jaarlijkse inflatie van 2 procent en een kortetermijnrente tussen de 2,4 en 3,6 procent, ruim onder het huidige niveau. Andere organisaties, zoals het Congressional Budget Office (CBO) hebben vergelijkbare prognoses: ze gaan ervan uit dat de toekomst op het recente verleden zal lijken, met een trage productiviteitsgroei, een lage inflatie en inflatie-gecorrigeerde rendementen die dicht bij de nul liggen voor spaarinstrumenten. Volgens Vanguard is dit onwaarschijnlijk.
De vermogensbeheerder schat de kans dat de economie inderdaad terugkeert naar het recente verleden op slechts 10 tot 20 procent. Vanguard acht het waarschijnlijker dat kunstmatige intelligentie een golf van economische groei teweegbrengt – hiervoor liggen de kansen op 45 tot 55 procent. Voor het derde scenario, waarbij kunstmatige intelligentie niet aan de verwachtingen voldoet, ligt de kans op 30 tot 40 procent.
Een nieuw raamwerk voor het voorspellen van megatrends
Deze vooruitzichten komen voort uit een nieuw raamwerk van Vanguard. De vermogensbeheerder koppelde de variabelen van de conjunctuur op de korte termijn, die bepalend zijn voor de meeste economische prognoses, aan de dynamiek aan de aanbodzijde, die de productiviteit van een economie over verschillende decennia heen bepaalt. Onder deze ‘megatrends’ vallen zowel demografie, technologische veranderingen, schulden en tekorten, als globalisering.
De analyse stelt dat onze toekomst afhangt van de tweestrijd tussen kunstmatige intelligentie en overheidstekorten die worden gedreven door demografische ontwikkelingen. Welke van deze twee trends zwaarder zal doorwegen, en in welke mate, zal de economische en financiële realiteit bepalen voor werknemers, beleggers en beleidsmakers.
Leeftijdsgebonden uitgaven en structurele tekorten
Tussen 1792 en 1999 kwam de Amerikaanse regering in 141 van de 208 jaren uit op een begrotingsoverschot. De belastinginkomsten waren 70 procent van de tijd dus hoger dan de overheidsuitgaven, exclusief rentebetalingen op de schuld. Dat patroon is de laatste decennia omgekeerd. Tussen 2000 en 2023 registreerde de VS in 20 van de 24 jaren een begrotingstekort.2
Hoe is deze ommekeer te verklaren? Door de vergrijzende bevolking is de Amerikaanse overheid meer kwijt aan gezondheidszorg en aan sociale zekerheid. De begrotingstekorten zijn nu een structureel kenmerk van de Amerikaanse economie. In combinatie met de post-Covid renteverhogingen dragen ze bij aan de groeiende overheidsschulden. Volgens prognoses van het CBO zal de Amerikaanse overheidsschuld tegen 2054 meer dan 170 procent van het bbp bedragen, tegenover ongeveer 100 procent nu. Deze schuldenberg dreigt zowel de inflatie als de leenkosten te verhogen, wat de economische groei belemmert.
Maar schulden (en demografische ontwikkelingen) hoeven niet de doorslag te geven voor het lot van een economie. De ontwikkeling van AI kan de economische groei stimuleren en ons in staat stellen om de kosten van een vergrijzende bevolking beter te financieren of te verlagen.
Kans voor AI: productiviteitsgroei
In de afgelopen 130 jaar was technologische innovatie de voornaamste drijfveer voor een hogere productiviteit en een betere levensstandaard. Deze innovaties vallen in een van de volgende categorieën:
- Technologieën voor algemeen gebruik (general-purpose technologies, GPT’s), zoals elektriciteit en de computer
- Automatisering van routinetaken, waardoor werknemers zich kunnen concentreren op waardevoller werk
- Innovaties, die werknemers ondersteunen, zoals elektrisch gereedschap
Sinds de late jaren ’90 is de productiviteitsgroei gestagneerd, maar Vanguard verwacht dat het tij keert: “In het verleden werden nieuwe GPT’s ontwikkeld als aan twee voorwaarden werd voldaan: stijgende investeringen in nieuwe technologie en een trage productiviteitsgroei. Beide voorwaarden zijn er nu.”
“Als AI inderdaad dezelfde impact zou hebben als elektriciteit, kan de groei van AI de demografische druk compenseren”, aldus Vanguard. Als de productiviteitswinst echter vergelijkbaar is met die van robotica, computers en internet, wegen de demografische ontwikkelingen zwaarder. De economische en financiële toekomst voldoet dan niet aan de huidige verwachtingen van de consensus.
Hoe waarschijnlijk is een demografische, dan wel een AI-gestuurde, economische toekomst?
Toelichting: Vanguard definieert transformatie als een schok voor de verspreiding van technologie voor algemene doeleinden, efficiëntie als een schok geassocieerd met automatisering, en vermeerdering als een arbeidsverhogende schok waarbij zowel de productie als de werkgelegenheid gelijktijdig stijgen. Bron: Vanguard
De eeuwige strijd: Technologie versus demografie
In zijn essay ‘Principle of Population’ uit 1798 schreef Thomas Mathus dat technologie en demografie altijd al met elkaar concurreerden. Hij verwachtte dat bevolkingsgroei zou leiden tot oorlog, hongersnood en ziektes. In dat jaar telde de wereld echter een populatie van 800 miljoen terwijl er nu ruim 8 miljard mensen op deze planeet wonen. Technologische vooruitgang heeft dus de Malthusiaanse waarschuwing ondermijnd dat de macht van de bevolking veel groter is dan de macht van de aarde die in het levensonderhoud van diezelfde mensheid moet voorzien.
Maar de strijd tussen demografie en technologie is niet gestreden. De langzamer groeiende, vergrijzende bevolking en ons vermogen om de levensstandaard te verbeteren of te behouden, staan recht tegenover elkaar. Zoals econoom Ester Boserup vaststelt, “is noodzaak de moeder van elke uitvinding”. Vanguard verwacht dat de technologie uiteindelijk zal zegevieren en dat de mens sneller zal innoveren dan dat hij ouder wordt.