Een fundamentele onzekerheid blijft het monetaire beleid, althans in de ogen van Yves Longchamp, Hoofd Research bij Ethenea.
“Centrale bankiers en beleggers staan voor eenzelfde probleem: de relatie tussen inflatie en de outputgap, of tussen lonen en werkloosheid, is op zijn best onstabiel. Sinds de wereldwijde financiële crisis vinden we weinig bewijs van een relatie tussen de looninflatie en het werkloosheidsniveau. De Amerikaanse werkloosheid bedraagt momenteel 4,2%, wat lager is dan het laagtepunt van 4,4% in 2007, net voor de wereldwijde financiële crisis. Ondanks de gelijkaardige krapte op de arbeidsmarkt stijgen de lonen in de VS momenteel met 2,5%, terwijl dat 4% was in 2007. Een belangrijk verschil tussen deze twee periodes is de groeiende instroom van nieuwe werknemers die voorheen geen deel uitmaakten van de beroepsbevolking en dus ook niet tot meetelden voor werkloosheidcijfers. Zowel in de VS als de eurozone zien we een voortdurende verbetering van de arbeidsmarkt en een minimale versnelling van de looninflatie. De wereldwijde economische cyclus is gunstig en de leidende indicatoren wijzen allemaal naar een verdere groei. Als dit correct is, dan zal het aantal vacatures verder toenemen en zal de looninflatie dynamischer worden. Volgens projecties van de ECB en de Fed stevent de inflatie in de eurozone en de VS af op respectievelijk 1,5% en 2,0% in 2019, wat niet ver van hun doel is. Tegen deze achtergrond zou er niet veel looninflatie nodig zijn om de inflatievooruitzichten van de centrale banken naar boven te laten bijstellen. Op grond van deze mogelijkheid verkiezen we aandelen boven obligaties.”