“Beursgenoteerde bedrijven hebben steeds meer aandacht voor verantwoord belastingbeleid.” Dat zegt Giuseppe van der Helm, directeur van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). De beleggersvereniging stelt vast dat 45% van de onderzochte bedrijven op dit punt MVO-beleid heeft geformuleerd. Dat staat in schril contrast met cijfers van vorig jaar. Toen was dit nog maar bij 16% van de bedrijven het geval.
De VBDO heeft het afgelopen jaar op aandeelhoudersvergaderingen, en schriftelijk, vragen gesteld aan 64 Nederlandse beursgenoteerde bedrijven. Verantwoord belastingbeleid is dit jaar een van de hoofdthema’s die de VBDO aan de orde stelt, naast mensenrechten en circulaire economie.
Duurzame investering
Dat steeds meer bedrijven het thema verantwoord belastingbeleid oppikken, stemt de VBDO tevreden. “Er worden op dit punt grote stappen gemaakt. We zien dat het aantal bedrijven met een verantwoord belastingbeleid bijna is verdrievoudigd”, aldus Van der Helm. “Dat neemt niet weg dat meer dan de helft van de bedrijven nog stappen moeten zetten.”
De meeste bedrijven zeggen zich te houden aan nationale en internationale regelgeving inzake belastingafdrachten. Maar die volgen, volgens de VBDO, niet de geest van de wet. “Het gaat er juist om dat bedrijven meer doen dan alleen maar de letter van de wet naleven. Belastingbeleid moet onderdeel zijn van het MVO-beleid. Belastingen moeten geen inkomstenbron op zichzelf zijn, maar een duurzame investering in de ontwikkeling van het land waar een bedrijf actief is.”
Concurrentiegevoeligheid
Transparantie is een van de pijlers onder verantwoord belastingbeleid, zegt de VBDO. De beleggersvereniging hamert ook dit jaar weer op het belang van country-by-country reporting. “Door per land te rapporteren over de belastingafdracht in relatie tot omzet, winst en het aantal werknemers, krijgen we beter zicht op de invulling van het belastingbeleid,” zegt Van der Helm.
Niet alle bedrijven volgen de VBDO in haar betoog. Een veel gehoord argument om niet aan country-by-country reporting te doen is de concurrentiegevoeligheid van de informatie. Ook wordt gesproken van een te grote administratieve last. VBDO is echter van mening dat belasting de meest rechtstreekse bijdrage is die een bedrijf levert aan de welvaart van een land en dat de mate waarin een bedrijf de geest van de wet volgt iets zegt over haar ethisch gedrag en integriteit.
Mensenrechten
De VBDO heeft dit jaar ook vragen gesteld over mensenrechten. De vereniging lijkt ook op dat terrein voorzichtig successen te boeken. Het thema mensenrechten staat al voor het derde achtereenvolgende jaar op de agenda van de VBDO. Dit jaar heeft de vereniging vooral naar ‘klachtenmechanismen’ gekeken. Dat zijn de processen rondom klachten van werknemers, gemeenschappen en civil society organisaties die door bedrijfsactiviteiten nadelen ondervinden. Uitgangspunten daarbij zijn ‘The UN Principles on Human Rights’ en de richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso).
“Slechts 16% heeft een proces rondom klachten en oplossingen voor alle belanghebbenden. We zijn er nog niet, er is veel ruimte voor verbetering bij beursgenoteerde bedrijven op dit onderwerp”, aldus Giuseppe van der Helm. “Ik roep de markt op om klachtenprocedures op te stellen voor zowel de werknemers als andere belanghebbenden, zoals klanten en leveranciers.”
Circulaire economie
De VBDO stelde dit jaar ook vragen over circulaire economie. De best practice is technologiebedrijf Philips, maar ook andere haken aan. De vereniging stelt vast dat 48% dit jaar, tegen 37% in 2014, van de door haar onderzochte bedrijven al beleid heeft of zelfs een programma heeft ontplooid op dit thema.
Ze proberen circulaire producten te maken en daar een goed business model voor te creëren. “Niet raar als je bedenkt dat circulaire business alleen al in Europa een kostenreductie van 500 miljard euro kan opleveren per jaar in 2025”, besluit Van der Helm.