Tijdens mijn reizen met ons Frontier Markets Team hebben vooral de recente bezoeken aan Vietnam ons optimistisch gestemd. Na een vertraging heeft de Vietnamese economie zich gestabiliseerd, waardoor het beleggerssentiment is verbeterd en de kapitaalstromen terugkeren.
Dit blijkt bijvoorbeeld uit het toenemende ondernemersvertrouwen, een verhoging van de wisselkoers en de overweldigende animo voor de recente staatsobligatie-uitgifte, die meer dan tien keer overtekend was. Inmiddels is de officiële groeiprognose voor het reëel bbp voor 2015 verhoogd naar 6,2%, terwijl het streefcijfer in 2014 nog 5,8% was.
Het belangrijkste is wel dat overheid en centrale bank dit keer de juiste beslissingen lijken te nemen. Ze stellen zich technocratischer op door banken te dwingen niet-presterende leningen als zodanig te aan te merken, en drukken hervormingen door bij staatsondernemingen.
Overgang naar het hogere segment
Hoewel de productiesector een cruciaal onderdeel van de Vietnamese economie blijft, heeft ‘low end’-productie in Vietnam naar onze mening zijn beste tijd gehad. Vanwege hun arbeidsintensieve karakter en de hoge milieukosten worden traditionele bedrijfstakken zoals de textielindustrie door de overheid niet sterk aangemoedigd.
In plaats daarvan geeft de regering nu voorrang aan sectoren met een hoge toegevoegde waarde. Denk aan elektriciteit en elektronica, gezondheidszorg, onderwijs en technologieën om energie te besparen.
De ondernemingen in deze sectoren profiteren van gunstige belastingtarieven, waardoor het zwaartepunt van de export steeds meer verschuift van goedkope massaproducten naar elektronica in het hogere segment. Onlangs zijn textielproducten als Vietnams belangrijkste exportproduct gepasseerd door mobiele telefoons.
Kansen in de bankensector
Een goede sector om in te beleggen, zijn naar onze mening de financiële waarden. Een banksysteem dat opereert in een groeiende economie, met een gecontroleerde NPL-ratio, is waarschijnlijk een goed beginpunt voor wie zoekt naar groeiende, winstgevende banken. We zien tal van voorbeelden in Vietnam en andere frontiermarkten in Azië.
Bovendien hebben ook de banksystemen in veel van deze landen de afgelopen twintig jaar een crisis doorgemaakt. Er is lering getrokken uit de pijnlijke gevolgen van te hoge schulden en een funeste kredietcyclus en de leenpraktijken zijn verbeterd.
De meeste banken beperken zich nu tot de basis en richten zich op het ontvangen van deposito’s, het verstrekken van leningen aan consumenten en bedrijven en het verwerken van transacties. Dit model kan, mits goed gemanaged, een goede winstgevendheid opleveren. Ook zijn deze banken gunstig gewaardeerd.
Uitdagingen voor Vietnam
Dit neemt niet weg dat Vietnam een aantal knelpunten zal moeten aanpakken om de directe buitenlandse investeringen in stand te houden en de aandelenmarkt te stimuleren. Denk bijvoorbeeld aan de lage liquiditeit, beperkingen aan buitenlands eigendom, een slechte infrastructuur, inefficiënte logistiek, stijgende kosten en de dalende productiviteit.
Ook verlopen de aarzelende pogingen tot ‘equitization’ in Vietnam tot dusver teleurstellend. Het langverwachte privatiseringsprogramma ging in 2014 van start met de verkoop van aandelen in kledingfabrikant Vinatex in september en Vietnam Airlines in november. De aangeboden pakketten waren echter klein en hadden geen beursnotering, en er waren geen buitenlandse deelnemers.
Wat waarderingen betreft, liggen de aandelenratio’s in Vietnam iets hoger dan in andere frontiermarkten, omdat de markt het dankzij gunstige macro-economische ontwikkelingen beter heeft gedaan dan de benchmark. De Vietnamese markt handelt nu op een koers-winstverhouding van 13,5 en een koers-boekwaarde van 2. Er zijn echter delen van de markt waar de winst een cyclisch dieptepunt heeft bereikt en wij verwachten dat deze zullen opveren als het economisch herstel doorzet.
Oliver Bell is portefeuillebeheerder van het T. Rowe Price Frontier Markets Equity Fund