Marktsentiment verbetert over het brede front

0

Het marktsentiment is verbeterd, waardoor de aandelenmarkten een deel van de verliezen van eerder deze maand konden goedmaken, vooral in de Verenigde Staten. Veel wijst in de goede richting. De evaluatie van bankactiva in Europa heeft weinig impact gehad. En wat betreft China. Ja, er zijn risico’s. Maar neen, wij voorzien geen harde landing.

Aandelen uit Europa, Japan en de opkomende landen zijn achtergebleven. De rente op staatsobligaties steeg meer uitgesproken in de VS dan in Duitsland, maar in Japan daalde het tarief. Per saldo houdt het vooruitzicht van een zwakke inflatie de obligatierente laag in veel landen.

AQR geen grote impact
De resultaten van de Asset Quality Review (beoordeling van de activakwaliteit) en de stresstesten die de Europese Centrale Bank (ECB) en de Europese Bankautoriteit uitvoerden, waren grotendeels in lijn met de verwachtingen van de markt en wijzigen onze economische prognoses of marktstandpunten niet. Slechts 3% van de banken slaagde niet en de banken die nipt slaagden waren goed voor nog eens 20% van de totale bankactiva in de Europese Unie (EU).

Heel wat banken die faalden waren banken uit de perifere landen, waaronder elk drie voor Griekenland en Cyprus. Geen enkele Spaanse bank struikelde, maar laten we daarbij toch niet vergeten dat de sector daar al profiteerde van een herkapitalisatie in het kader van de Spaanse reddingsoperatie in 2012. Op de Italiaanse obligatiemarkten bleef het rustig. Daaruit blijkt dat beleggers niet al te bezorgd waren dat de overheid banken in nood zou moeten helpen in dat land.

Met die resultaten verdween een schaduw die over de Europese sector hing waardoor de interbancaire liquiditeit en de bereidheid van banken om krediet te verstrekken nu wellicht verbetert. Toch verwachten we geen echte opleving in de kredietverstrekking omdat de vraag zwak is. Jaar op jaar daalt de kredietverstrekking door banken sinds begin dit jaar minder snel. Dat is weliswaar een verbetering, maar het is en blijft een traag proces.

Tekenen van matiging
De inkoopmanagersindex (PMI) van de verwerkende industrie in de eurozone deed het beter dan de consensusverwachting. De PMI van de dienstensector maakte pas op de plaats. Die combinatie resulteerde in een lichte stijging voor de samengestelde PMI. In Duitsland steeg de PMI van de verwerkende industrie sterk, maar in Frankrijk daalde de indicator verder.

De PMI van de dienstensector daalde in beide landen. Vorige week wees mijn collega Reinhold Knaus erop dat de zwakte in Duitsland zou moeten afnemen dankzij de dalende olieprijzen en een zwakkere euro. De Duitse groei bleef echter bescheiden in het derde kwartaal.

Matiging is volgens mij geen punt van zorg. De trend in de huizenmarkt vertraagde van sterke stijgingen naar een meer bescheiden verbetering. Wij zijn positief voor deze markt die dé sector in de VS met mogelijk de grootste inhaalvraag in de VS lijkt te zijn. Vergeleken met de autoverkoop of de bedrijfsinvesteringen, heeft de huizenmarkt nog veel stijgingspotentieel, vooral in het licht van de bevolkingsgroei.

De aantrekkende arbeidsmarkt en de recente daling van de hypotheekrente zouden eveneens steun moeten bieden. In onze asset allocatie zijn wij overwogen voor aandelen van Amerikaanse huizenbouwers versus Amerikaanse small caps.

De recente trends in de huizenmarkt hadden geen grote impact op het consumentenvertrouwen dat sinds medio 2012 overwegend verbeterde. Net als in het verleden haalde de consumptie (veeleer dan de bedrijfsinvesteringen) de economie uit de recessie. Het verbeterende vertrouwen is een goed teken voor de privébestedingen.

Stabiliseert china?
De bbp-cijfers van het derde kwartaal namen een deel van de vrees voor een harde landing van China weg. Recente cijfers bevestigden dit: de industriële productie herstelde, gecorrigeerd voor een prijseffect waren de uitgaven van de huishoudens dit jaar vrij stabiel. En de PMI van de verwerkende industrie steeg marginaal. De groei zal dus wellicht geen duik nemen, maar er is ook weinig ruimte voor een opleving.

De risico’s zijn duidelijk. Er wordt te veel residentieel vastgoed gebouwd, vooral voor de middenklasse. Dus in termen van bbp-groei kan een daling in de huizenbouw voor de middenklasse goedgemaakt worden door meer sociale woningbouw. Dat werkt echter het overaanbod aan woningen voor de middenklasse en een aanzienlijk aantal lege tweede en derde verblijven niet weg.

Bovendien groeit het aandeel van de investeringsuitgaven in het totale bbp niet langer, wat een reden voor voorzichtig optimisme is. Tot slot groeit het krediet nog altijd sterker dan het bbp. De overheden probeerden al om de stijging van de schuld/bbp-verhouding een halt toe te roepen, maar moeten ook een juist evenwicht tussen groei en schuldafbouw zien te vinden.

Toch is de kans op een financiële crisis volgens mij vooralsnog klein. De overheden zouden dit gewoonweg niet toelaten en beschikken over voldoende instrumenten om dit te voorkomen. Voorzichtigheid in de groeivooruitzichten lijkt mij echter aangewezen.

Joost van Leenders is hoofdeconoom bij het Multi Asset Solutions Team van BNP Paribas Investment Partners

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie The Asset

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website en nieuwsbrief van The Asset. Het team brengt met name nieuws en visies die interessant zijn voor beleggingsprofessionals.


Kennispartners

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten