Mixfondsen van Nederlandse aanbieders hebben de afgelopen jaren een hoger rendement gehaald dan de fondsen van buitenlandse aanbieders. Het verschil is de laatste tijd groter geworden door invoering van het provisieverbod, zo wijst onderzoek uit.
Beleggersvereniging VEB en fondsenspecialist Morningstar deden dat naar kosten en prestaties van 150 in Nederland verkrijgbare mixfondsen. De uitkomsten laten maar weer eens zien dat de zoektocht naar de ideale cocktail niet een gemakkelijke is.
Klik hier voor een samenvattend verslag van de onderzoeksresultaten
Mixfondsen zijn beleggingsfondsen die vermogen spreiden over verschillende categorieën zoals aandelen en obligaties. Het is een makkelijke en relatief goedkope manier voor beleggers om spreiding aan te brengen in de portefeuille zonder daarbij hulp nodig te hebben van een adviseur of vermogensbeheerder.
Slechter dan indexfondsen
Uit het onderzoek blijkt dat de verschillen in prestaties tussen de verschillende fondsen groot zijn. Als de rendementen van mixfondsen vergeleken worden met die van een vergelijkbaar mandje met indexfondsen dan blijkt het overgrote deel van de mixfondsen slechter te hebben gepresteerd.
Slechts een vijfde van de defensieve (behoudende) mixfondsen heeft de afgelopen jaren beter gepresteerd dan vergelijkbare indexfondsen. Van de offensieve fondsen, waarin aandelen een groot deel van de portefeuille vormen, wist slechts 6% de benchmark in de afgelopen vijf jaar te verslaan, zonder daarbij meer risico te nemen dan de achterblijvende, concurrerende fondsen.
Oranje boven
Onder de kleine groep fondsen die afgelopen jaren beter dan gemiddeld scoorde, bevinden zich opvallend veel ‘Nederlandse’ fondsen. Dit verschil is deels te verklaren door de lagere kosten die de fondsen rekenen ten opzichte van de buitenlandse aanbieders. Lage kosten zijn geen garantie voor een goed rendement, maar de kans daarop wordt wel groter.
De laatste maanden zijn de verschillen in rendement tussen mixfondsen van Nederlandse en buitenlandse aanbieders verder opgelopen. Dat voordeel heeft te maken met de verdwenen distributievergoeding, waarbij met name de Nederlandse fondsaanbieders het kostenvoordeel hebben doorgegeven aan de klant door een goedkopere fondsklasse te introduceren. Sommige buitenlandse spelers hebben dit niet of in beperkte mate gedaan.