‘PMI’s van de eurozone houden vrij goed stand’

0

Onlangs hadden we het over de zwakke voorlopende Oeso-indicatoren. Nu houden we nauwlettend in de gaten of de inkoopmanagersindices (PMI’s) die Oeso-cijfers bevestigen. De PMI’s van de eurozone hielden vrij goed stand. In Japan is het beeld minder rooskleurig.

'PMI’s van de eurozone houden vrij goed stand'Na de recente rally in de aandelenmarkten staat de S&P 500 weer in de plus. De beurzen in Europa, Japan en China kleuren echter nog altijd rood. In Amerikaanse dollar berekend, boekt de MSCI Emerging Markets Index eveneens opnieuw winst. Na de recente schommelingen door wijzigingen in de groeivooruitzichten en het monetaire beleid waren de obligatierendementen recent weer stabieler.

De Amerikaanse economie zit momenteel in een groeidip, de Chinese conjunctuur verzwakt en de Japanse economie kampt met problemen. Vraag is nu of de eurozone weer boven zijn langjarige potentieel kan groeien of zelfs iets sterker, ook als de rugwind van dalende olieprijzen en een zwakke euro later dit jaar zou afnemen. We verwachten een vrij stabiele groei omdat de binnenlandse consumptie en de bedrijfsinvesteringen nog kunnen aantrekken.

Inkoopmanagersindices

De PMI’s voor maart bevestigen dit standpunt. De samengestelde PMI heeft de verwachtingen net als die voor de dienstensector overtroffen. De relatieve sterkte van die laatste indicator pleit inderdaad voor een stevige binnenlandse conjunctuur. In Frankrijk en Duitsland heeft de dienstensector de verwerkende industrie achter zich gelaten. De Franse PMI van de verwerkende industrie daalde opnieuw onder de symbolische drempel van 50, die groei van krimp onderscheidt.

Bemoedigend was ook de stijging van de Duitse Ifo-index met één punt, ook al ging daar een relatief steile daling aan vooraf. Volgens ons is het echter nog te vroeg om te stellen dat alle problemen nu van de baan zijn, vooral nu de privébestedingen en het consumentenvertrouwen onder hun piek van medio 2015 doken. Bovendien vielen de orders in de verwerkende industrie zowel in december als januari terug.

Onder de verwachtingen

De Amerikaanse PMI eindigde licht onder de verwachtingen van de markt, nadat sterke regionale indices van het producentenvertrouwen de hoop op een sterkere stijging hadden gevoed. Eén reden om voorzichtig te zijn, is de snelle stijging van de voorraden. Correcties zijn in aantocht. Het effect op de bbp-groei kan beperkt blijven, maar de verwerkende industrie kan hier sterker onder lijden.

Tegelijk daalde het consumentenvertrouwen voor de derde maand op rij en bovendien sneller dan voorheen. De consument is negatiever geworden over de huidige situatie en de verwachtingen zijn verslechterd. Op basis van de arbeidsmarkt hebben consumenten nochtans geen reden tot bezorgdheid. De stijgende werkgelegenheid en de bescheiden stijging van de huizenprijzen steunen de inkomens van huishoudens. Al met al denken wij dat de consumptie de Amerikaanse groei verder stabiliseert.

Japan

De Japanse PMI van de verwerkende industrie stelde teleur. Mogelijk staat het land voor een technische recessie. Uit onze eigen ‘nowcasting’-index, dat wil zeggen een raming op basis van de bbp-groei over de afgelopen kwartalen samen met een eerste beoordeling van de huidige en toekomstige economische situatie die aanwijst welke richting de economie uitgaat, blijkt dat de Japanse groei recent vertraagde. Meerdere voorlopende indicatoren verzwakten inderdaad. Niet alleen in Japan, maar ook wereldwijd stijgen de lonen ondanks de krapte in de arbeidsmarkt amper. Vooral in Japan neemt het aantal parttimers en werknemers zonder een vaste baan toe. Dat kan de loonstijgingen beperken.

De loononderhandelingen dit voorjaar stelden teleur. De grote autobouwers en elektronicabedrijven kwamen lagere loonsverhogingen overeen dan een jaar geleden. In het licht van de bescheiden inkomensgroei en een zwakker consumentenvertrouwen valt er van de consumptie weinig steun voor de economie te verwachten. En doordat de import stijgt en de export daalt, kan de nettohandel eveneens een domper op de groei zetten. Anders gezegd, Japan stevent vermoedelijk inderdaad op een recessie af.

Asset allocatie

In onze basisstrategieën zijn we onderwogen in aandelen uit de ontwikkelde landen, vooral in Europa en in schuldpapier uit de opkomende landen in harde valuta’s. In onze total return-strategieën is onze positie in aandelen historisch laag. Het huidige klimaat lijkt ons niet gunstig voor aandelen. Naast de zwakke vooruitzichten voor de economische groei, de inflatie, het monetaire beleid en de bedrijfswinsten, zien we ook geopolitieke risico’s voor aandelen en andere risicovolle beleggingsklassen.

In de Verenigde Staten is de groeidip mogelijk ten einde, maar de consument is voorzichtig en de verwerkende industrie kampt met hoge voorraden. De vooruitzichten voor het monetaire beleid zijn volgens ons onduidelijk. Een aantal Fed-leden pleitte voor snelle renteverhogingen, anderen waren terughoudender.

In het licht van de zwakke groei kan de Bank of Japan (BoJ) binnenkort meer stimuleringsmaatregelen treffen. De bank kan de beleidsrente nog negatiever maken, vooral omdat aanpassingen van het gelaagde depositorentesysteem de gevolgen daarvan voor de marges en winsten van banken zouden moeten beperken. Of dit iets uithaalt voor de economie en meer nog voor de markten, is echter aanvechtbaar. Een uitbreiding van de kwantitatieve versoepeling met bredere aankopen van aandelen zou vermoedelijk beter worden onthaald.

Deel dit artikel

Over de auteur

Joost van Leenders

Joost van Leenders is hoofdeconoom bij het Multi Asset Solutions Team van BNP Paribas Asset Management.


Kennispartners

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten