De markten hebben opnieuw een bijzondere week achter de rug. De Brexit-zorgen namen verder af en risicovolle beleggingen deden het goed, terwijl de rentes op staatsobligaties opvallend laag bleven. Daardoor laten alle belangrijke beleggingscategorieën vanaf begin juni of zelfs vanaf de dag voor het Britse referendum een positief totaalrendement zien.
Het meest indrukwekkend is de winst van meer dan 7% voor de wereldwijde vastgoedmarkten. Het lijkt voor sommigen misschien alsof we op de wereldwijde kapitaalmarkten over water lopen, maar het blijft verstandig om eerst goed na te denken over wat er onlangs is gebeurd alvorens overhaast die intuïtieve conclusie te trekken.
Ten eerste kunnen we wellicht niet om de wetten van de natuur heen, maar er is wel sprake van een sterke vloed aan liquiditeit die alle boten op de wereldwijde markten naar een hoger plan tilt. Dit komt door twee belangrijke factoren: de grote kasposities van beleggers en (de verwachtingen van) een verdere versoepeling van het beleid van de centrale banken.
Opgehoopte vraag
De eerste factor lijkt te hebben gezorgd voor een opgehoopte vraag naar exposure naar de kapitaalmarkt bij beleggers die voorzichtig waren en in de aanloop naar het Britse referendum extreem grote kasposities aanhielden. De tweede factor komt voort uit zowel de uitgebreide maatregelen van de Europese Centrale Bank (die vanaf juni ook bedrijfsobligaties opkoopt) als de verwachting van aanzienlijk minder renteverhogingen door de Fed (als dit al gaat gebeuren) en extra versoepeling van de andere grote centrale banken in de komende 18 maanden.
De politieke crisis in het Verenigd Koninkrijk als gevolg van de stem voor een Brexit lijkt vooralsnog slechts beperkt over te slaan op de politiek of financiële markten in de rest van de wereld. In combinatie met tekenen van beleidsversoepeling op de beleggingsradar is het eigenlijk wel begrijpelijk dat sommige beleggers hun geld (of dat van hun klanten) weer aan het werk zetten.
Lehman-crisis
Dit wordt nog duidelijker als je bedenkt dat de risicopremies buiten het universum van staatsobligaties nog steeds vrij hoog zijn. Sinds het begin van de eeuw stond onze Risk Aversion-index, die een breed scala aan risicopremies in alle marktsegmenten wereldwijd meeneemt, alleen tijdens de Lehman-crisis en het hoogtepunt van de eurocrisis op een hoger niveau dan in de afgelopen maanden. In een wereld waarin het alternatief een negatieve rente is op kasgeld of obligaties zijn deze premieniveaus voor beleggers moeilijk te weerstaan.
Nu de Britse politieke onzekerheid gedurende de week nog wat is afgenomen omdat Theresa May veel sneller dan verwacht premier werd en de macrocijfers onlangs zijn verbeterd, lijkt het erop dat sommige partijen de knoop hebben doorgehakt en weer in aandelen, bedrijfsobligaties en (beursgenoteerd) vastgoed gaan beleggen.
Risicobereidheid
Dit alles werpt de vraag op wat eigenlijk uitzonderlijker is: de snelle en driftige ommekeer in de risicobereidheid na de onverwachte Brexit-uitkomst, of de daarmee samenvallende wereldwijde herwaardering van de verwachtingen voor het monetaire beleid. Steeds meer marktpartijen zijn bezorgd over de toenemende politieke instabiliteit. Die zorgt immers voor potentiële tegenwind voor risicovolle beleggingen. Partijen lijken meer open te staan voor negatieve rentes op staatsleningen uit ontwikkelde markten als een nieuwe blijvende realiteit.
Hoewel dit laatste tot op zekere hoogte zeker waar is, lijkt de dramatische herwaardering van het rentebeleid van de centrale banken van de afgelopen drie weken overdreven. Zo besloot de ECB tot meer verruiming, net als de Bank of England (BoJ) en de Bank of Japan (BoJ), de Federal Reserve koos juist voor minder verkrapping. Per slot van rekening hebben we niet heel veel meer negatieve feedbackloops via politieke- en marktkanalen of feitelijk bewijs van een zwakker groeimomentum gezien.
In feite is het tegenovergestelde gebeurd. Er zijn tekenen dat de Europese Unie (EU) in Europese opiniepeilingen iets meer steun krijgt, het financiële klimaat is wereldwijd versoepeld en zoals gezegd de economische cijfers zijn verbeterd. Daarom blijven we in onze allocaties zeer beperkt beleggen in staatsobligaties en hebben we een voorkeur voor beleggingen met een hogere risicopremie, zoals aandelen en vastrentende spreadproducten.