De dramatische start van het jaar is volgens de economen van Schroders overdreven. Met name de zorgen over de verder dalende olieprijs en de vrees dat de Verenigde Staten in een recessie belanden, delen ze niet. De grootste onbekende factor is momenteel de Chinese yuan. Of daar een significante devaluatie te verwachten valt, betwijfelen Keith Wade en Craig Botham. Toch houden de economen de vreemde valutareserves in China nauwlettend in de gaten.
Als er enige stabiliteit in de koers van de yuan optreedt, de Fed geruststellende geluiden laat horen en er ook nog meevallende groeicijfers bekend worden gemaakt, dan kunnen de vooruitzichten voor de markten aanzienlijk opklaren. In dat geval maakt de ‘paniekstand’ op de Credit Suisse Risk Appetite Index zijn reputatie als contraire indicator opnieuw waar.
De volatiele markten in China hebben schokgolven door de hele wereldeconomie gezonden. Maar de uitslagen van de aandelenmarkten in de tweede economie ter wereld hebben weinig economische impact. De onrust op de aandelenmarkten is technisch van aard en niet fundamenteel, stelt Schroders.
Geen ineenstorting
Botham maakt zich geen echte zorgen over de aandelenmarkten in China. Volgens de econoom wijzen de macrocijfers ook niet op een aanstaande ineenstorting van de economie. Later dit jaar kan verzwakking op macroniveau wel opspelen, als de effecten van stimulering wegebben, maar zelfs dat ziet Botham niet als teken van een aanstaande harde landing.
De zwakte van de Chinese munt vormt een grotere bedreiging. “Significante devaluaties vormen een risico voor de opkomende markten op twee fronten”, legt Botham uit. Het gaat dan om scheve verhoudingen tussen valuta’s en pieken in de inflatie. “De schuld die China heeft in vreemde valuta is relatief klein en over inflatie hoeven we ons ook nog geen zorgen te maken. Het macro-economische risico van een forse afwaardering lijkt daarom voor China beperkt te zijn”, meent Botham.
Fluctuaties yen
Er zijn twee oorzaken waardoor de aandelenmarkten zo sterk reageren op fluctuaties van de yuan. Enerzijds is er de ondoorzichtigheid van Chinese macrocijfers en de onduidelijkheid over de beleidsintenties. Duidt een verzwakking van de yuan op economische problemen? Anderzijds is er de vrees dat de beleidsmakers de controle over de eigen valuta verliezen en een significante devaluatie zullen toelaten. Schroders verwacht wel de invoering van een zekere mate van kapitaalcontrole.
Het risico van een valutaoorlog is wel weer toegenomen, de stap van de Bank of Japan (BoJ) om de rente tot negatief te verlagen wordt gezien als reactie op de scherpe stijging van de handelsgewogen yen. Schroders acht het meest waarschijnlijke scenario voor de yuan, dat de beleidsmakers in China de munt meer in lijn willen brengen met een mandje handelsgewogen valuta en niet meer direct willen koppelen aan de dollar. Een devaluatie van de munt zien Wade en Botham wel als een concreet risico.