De grootste verliezer van het Brexit-referendum lijkt het Verenigd Koninkrijk zelf te zijn. Dat concluderen Guido Barthels en Yves Longchamp, respectievelijk Portfolio Manager en Head of Research bij Ethenea. Zij gaan in op de consequenties voor de markten.
In hun maandelijkse marktcommentaar stellen Barthels en Longchamp (foto) dat de voorstanders van een Brexit er niet in geslaagd zijn hun doel te bereiken. “Ze wilden onafhankelijk zijn van Brussel en daarmee de volledige controle over hun eigen grenzen behouden, ook ten aanzien van EU-burgers, en tegelijkertijd nog altijd quasi kosteloos toegang tot de Europese binnenmarkt krijgen. De Europese Raad heeft daar duidelijke uitspraken over gedaan. Groot-Brittannië zal zich erop moeten voorbereiden dat de uittredingsonderhandelingen met de EU, tenminste als die er komen, hard zullen zijn.”
Het Verenigd Koninkrijk ontwikkelt zich volgens de auteurs opnieuw in de richting van de splendid isolation die het in de 19e eeuw al cultiveerde. “Groot-Brittannië is al lang geen industrieland meer en aangezien het deel uitmaakt van een globaliserende wereld is het nu afhankelijk van de internationale handel. De wereld zit niet te wachten op Engeland of Engelse producten. Het feit dat Europese financiële producten binnen de EU verhandeld moeten worden, zal het financiële centrum in Londen waarschijnlijk geen goed doen. De vastgoedmakelaars in Dublin, Frankfurt en Parijs verheugen zich al op nieuwe zakelijke kansen.”
Race tot the bottom
Wat zijn nu de gevolgen voor de markten? Terwijl de wisselkoers van het Britse pond ten opzichte van de dollar op de dag na het referendum op een bepaald moment met wel 13% daalde, en daarmee naar het laagste niveau in dertig jaar zakte, viel het verlies van 10% ten opzichte van de euro iets lager uit. “Blijkbaar houdt de markt al rekening met een aanzienlijke versoepeling van het monetair beleid van de Bank of England (BoE) indien Groot-Brittannië daadwerkelijk de EU zou verlaten”, concluderen de auteurs.
“Aangezien de Europese Centrale Bank (ECB) van haar kant in geval van een aanzienlijke groeivertraging in de eurozone sowieso niet passief kan blijven toekijken, staat ons weer een nek-aan-nekrace te wachten. Nu zelfs nul procent geen natuurlijke benedengrens voor de rente meer is, is het einde nog niet in zicht. The race to the bottom is begonnen.”
In deze lower-for-longer-wereld werden de banken beroofd van hun businessmodel. “Ook de markt beseft dat en straft bankaandelen dan ook af. Hoewel er dit jaar tot nu toe nog geen reden was voor spetterende feestjes op de Europese (virtuele) beursvloer, staat de Stoxx 600 er met een verlies van circa 9% op jaarbasis nog zeer netjes voor in vergelijking met bankaandelen, die tot dusver met 30% gedaald zijn.” En volgens Barthels en Longchamp is het einde nog niet echt in zicht. “Het lagerentebeleid van de ECB en de BoE zal niet alleen langer aanhouden, maar het zal waarschijnlijk ook nog versterkt worden.”
Niet zo gunstig renteklimaat
De Amerikaanse Fed gaf de auteurs in december van vorig jaar een sprankeltje hoop op een terugkeer naar de vertrouwde wereld van positieve rentes. “Tijdens de uiterst turbulente eerste helft van 2016 slingerde de impliciete kans op een verdere renteverhoging heen en weer tussen 0 en 45%. Nu de economische cijfers van juni al duidelijk hebben aangegeven dat de groei in de VS verder verzwakt, verwacht de kapitaalmarkt dat de Amerikaanse centrale bank na de keuze voor een Brexit definitief zal inbinden. De collectieve intelligentie van de kapitaalmarkt gelooft niet meer in een renteverhoging tijdens de volgende vergadering van de Fed op 27 juli 2016.”
Maar dat is niet alles, stellen Barthels en Longchamp. “Ook van toekomstige renteverhogingen wordt verwacht dat ze veel bescheidener zullen uitvallen dan aan het begin van dit jaar nog werd aangenomen. Toen vond de markt renteverhogingen van 150 basispunten in de komende vier jaar nog waarschijnlijk. De laatste weken is deze verwachting gekrompen tot 50 basispunten over de komende vier jaar. Met andere woorden: als de verwachtingen van de markt werkelijkheid worden, dan valt ook dit laatste bastion. En daarmee zou de vertrouwde situatie waarin geld een prijs heeft, voor onbepaalde tijd uitgesteld worden.”
In dit niet zo gunstige renteklimaat kan men volgens de auteurs op korte of lange termijn zeker niet om aandelen heen. “Ondanks alles moet men steeds voor ogen houden dat zelfs het aantrekkelijkste dividendrendement waardeloos is als het aandeel keldert, omdat politieke risico’s de markten domineren.” In het bijzondere geval van Groot-Brittannië hebben de Britten deze risico’s volledig aan zichzelf te wijten, vinden Barthels en Longchamp. “Het doet ons denken aan de tijd van Monty Python’s Flying Circus en hun Ministry of Silly Walks.”