Willem Burgers, 35 jaar ervaring in fondsmanagement, gooit de knuppel in het hoenderhok. “Het is onbegrijpelijk dat Nederlandse institutionele beleggers aan de kant staan bij het beleggen in small- en midcapaandelen.”
Daarmee preekt de fondsmanager van het Add Value Fund natuurlijk ook voor eigen parochie. Maar, dat gezegd hebbende, kon hij ook weleens een punt hebben.
“We hebben onderzoek gedaan in WMZ-meldingen en andere openbare registers van beleggingen, zoals van De Nederlandsche Bank (DNB), Eumedion en de sites van institutionele beleggers. Daaruit blijkt grote interesse van buitenlandse topbeleggers zoals Fidelity en Norges Bank Investment Management, terwijl Nederlandse partijen zoals ABP en PGGM Nederlandse small- en midcapaandelen links laten liggen.” En dat is allerminst verstandig, vindt Burgers.
Mini-multinationals
“Het lijkt erop alsof het gras bij de buren groener is, want APG belegde in maart wel voor 150 miljoen in een belang van 5% in het Italiaanse De Longhi. Dat terwijl dichter bij huis small- en midcapaandelen zoals Acomo, Hunter Douglas, Nedap en Besi prachtige resultaten laten zien, inclusief dividend. Wij hebben hier topbedrijven die in hun nicheveld absolute wereldmarktleiders zijn, zoals Nedap, Kendrion en TKH. Daarbij staat de teller van het resultaat van beleggingen in deze ondernemingen beduidend hoger in vergelijking met Nederlandse aandelenindices.”
Zijn Add Value Fund belegt in wat Burgers mini-multinationals noemt. “Die term dekt beter de lading. Het gaat om bedrijven die een omzet van honderden miljoenen tot meer dan een miljard draaien. Bij small- en midcap denken mensen toch eerder aan het mkb. ” De genoemde ondernemingen staan er volgens Burgers buitengewoon goed voor. “Balansen zijn geschoond, ze kunnen goedkoop lenen en hun energierekening is tegenwoordig erg laag. Dat maakt dat we positief vooruit kunnen kijken.”
Burgers heeft samen met zijn medebelegger Hilco Wiersma uit een universum van 68 ondernemingen voor zijn fonds 14 deelnemingen gekozen. “Een geconcentreerde portfolio waar je nog echt het verschil in rendement mee kan maken.” Het zal dan ook niemand verbazen dat Burgers groot voorstander is van actief beleggen. “De passieve beleggingsstijl klinkt wel kostenefficiënt, maar je hebt beperkt inzicht op de samenstelling van de index en deze wijzigt ook nog eens van tijd tot tijd. Dan heb ik liever de touwtjes zelf in handen.”
Fed rates van 20%
De selectie van de ondernemingen uit het universum is bottom up. “Ik ben in deze periode bij vele jaarvergaderingen om de verhouding van prijs en kwaliteit van onze, al dan niet toekomstige, deelnemingen te doorgronden. Dat met als doel om uiteindelijk waardevermeerdering op de beurs te combineren met een sterk dividendrendement.”
Kunst is volgens hem om voorbij de plichtmatige statements te kijken, naar zaken als mogelijkheden voor acquisities, de financiële ruimte op de balans of perspectief in het marktaandeel. “Daaruit moeten we de roadmap van die bedrijven voor 2017 en verder kunnen destilleren.”
Tot slot merkt Burgers op dat zijn fonds, onder meer vanwege het leenklimaat voor ondernemingen, een vliegende start kende. “Na 35 jaar ervaring zie ik nu voor eerst een negatieve rente. Bizar, maar onze deelnemingen profiteren ervan. Dat terwijl ik in 1978 bij Robeco nog begon met Fed rates van om en nabij de 20%. Dat is niet meer voor te stellen.”
In het kort…
Naam: Willem Burgers
Onderneming: Add Value Fund
Leeftijd: 57
Bewondert: “Ik heb geen echt voorbeeld, alhoewel ik in mijn beginjaren bij Robeco in 1978 veel heb geleerd van mensen zoals Piet Verhoeff en Gerard de Bruin.”
Motto: “Weet waar je in belegt.”
Verder: “Houd het aantal deelnemingen beperkt.”
5 uitgangspunten van Willem Burgers:
1. Houd de selectie overzichtelijk.
2. Combineer waardevermeerdering met dividendrendement.
3. Doorgrond je belegging van haver tot gort.
4. Er zijn in ons land genoeg pareltjes te vinden.
5. The best is yet to come.