De Autoriteit Financiële Markten heeft op 13 november 2019 een bestuurlijke boete van 2 miljoen euro opgelegd aan ABN Amro. De boete is opgelegd omdat ABN Amro in de periode tussen 18 juli en 13 september 2016 heeft nagelaten om voorwetenschap tijdig openbaar te maken.
Op 18 juli 2016 verscheen op de website van het Financieele Dagblad een artikel over het vervroegd aftreden van de bestuursvoorzitter van ABN Amro. Het artikel gaf nauwkeurig de stand van zaken weer: de raad van commissarissen van ABN Amro was gestart met het proces voor de opvolging van de bestuursvoorzitter en verwacht werd dat dit nog in 2016 zou leiden tot de aankondiging van het vertrek van de toenmalige voorzitter.
Deze informatie betrof voorwetenschap, die de bank na het verschijnen van het FD-artikel openbaar had moeten maken. ABN Amro heeft dat nagelaten en op vragen naar aanleiding van het artikel geen commentaar gegeven, zo stelt toezichthouder AFM.
ABN Amro is een beursgenoteerde onderneming en door de overtreding konden beleggers gedurende bijna twee maanden niet weten dat de informatie uit het FD-artikel op waarheid berustte en daarmee voor hen van belang was. De AFM zegt zich sterk te maken voor eerlijke en transparante financiële markten en acht een boete in dit geval gepast. Daarnaast draagt deze boete bij aan het bewustzijn over het belang van een tijdige informatievoorziening aan beleggers over tussenstappen in een proces dat bijvoorbeeld is gericht op de opvolging van een bestuursvoorzitter.
Het basisbedrag van de boete in deze zaak is 2 miljoen euro en de AFM vindt in dit geval dat bedrag ook passend. De AFM acht de overtreding ernstig en verwijtbaar. Hiermee is het vertrouwen in de markt geschaad.