Niet macro-economische parameters, maar kortetermijnfactoren liggen aan de duurdere olie ten grondslag. Als deze factoren buiten beschouwing worden gelaten, zou de prijs niet rond de 50 dollar schommelen, maar op circa 40 dollar per vat liggen. Dit stelt beleggingsstrateeg Bob Minter van vermogensbeheerder Aberdeen.
“Iedereen die gelooft dat de olieprijs blijft stijgen, komt binnenkort van een koude kermis thuis”, aldus Minter. “De olieprijs zal in ieder geval niet stijgen door een toenemende vraag. De groei van de wereldeconomie laat te wensen over en ongeveer 10.000 miljard dollar aan staatsobligaties levert een negatieve rente op.”
De huidige olieprijspiek is volgens de strateeg uitsluitend toe te schrijven aan China en India, die hun noodvoorraden aan het aanvullen zijn. Problemen in Canada, Nigeria, Iran, Libië en Venezuela zijn de grootste oorzaak van de aanvoerstagnatie. “Er gloort echter hoop. In Canada komt de productie in de door bosbranden geteisterde teerzandregio’s de komende weken weer langzaam op gang.”
Daarnaast lijkt in Nigeria de regering bereid te onderhandelen met militante strijders die oliebronnen op hebben geblazen en pijpleidingen en transportvoorzieningen wisten te beschadigen, zo vervolgt hij zijn betoog. De olieproductie is door de recente gewelddadigheden naar het laagste niveau in twintig jaar gezakt.
Op de iets langere termijn kunnen ook andere aanbodproblemen worden opgelost. “Met hoeveel vaten de productie in Iran zal toenemen is nog onduidelijk, maar Shell staat op het punt om voor het eerst sinds een groot deel van de sancties zijn opgeheven olie uit het land te verschepen naar Europa. Shell volgt daarmee het voorbeeld van het Franse Total, dat eerder dit jaar al olie vanuit Iran naar Europa vervoerde”, vertelt Minter.
Hij is zelfs optimistisch over Venezuela. “Ondanks het feit dat het land op een van de grootste oliereserves ter wereld zit, heeft het beleid van president Nicolás Maduro een vernietigend effect op de economie. Er is een voedseltekort en de bevolking lijdt honger.” Venezuela zou er naast andere maatregelen goed aan doen om de productie op te voeren, vindt hij. “Maduro of zijn opvolger zullen dat zelf ook gaan inzien.”