De wereldeconomie staat een ‘upswing’ te wachten als gevolg van de hogere dollar en de sterk gedaalde olieprijs. De kansen liggen eerder in het Westen dan in opkomende markten. Dat geloven CIO Dominic Rossi (Fidelity), hoofdeconoom Keith Wade (Schroders) en CIO Asoka Wöhrmann (Deutsche AWM).
Het drietal sprak woensdag tijdens het Investment Forum 2015. Met name de lagere olieprijs wordt als stimulans voor de wereldeconomie gezien, waardoor inflatie binnen de perken blijft en consumenten meer geld overhouden om te besteden. Wade gaat er vanuit dat de positieve effecten van een lagere olieprijs, de negatieve effecten (bijvoorbeeld de gedaalde investeringen in de energiesector) ruimschoots compenseren.
Wade: “Ik denk dat de negatieve gevolgen worden overschat en de positieve gevolgen van de lagere olieprijs juist worden onderschat. De daling van de olieprijs, heeft een duidelijk positief gevolg voor de wereldwijde economische groei. De inkomensniveaus in de Verenigde Staten verbeteren en dat zie je in Europa en Japan ook gebeuren. Zelfs Draghi is positief over de economie van de Eurozone.”
Sterkere dollar
Het effect van de sterkere dollar is volgens Rossi eveneens positief voor de wereldeconomie en de beurzen. Op korte termijn kan het de winstgevendheid van Amerikaanse bedrijven ietwat negatief beïnvloeden, maar het deflationaire effect op langere termijn is groot, waardoor ook commodityprijzen, die veelal in dollars verhandeld worden, goedkoper worden.
“Een sterke dollar is goed”, aldus Rossi. “Het feit dat we in de afgelopen tien jaar een zwakke dollar hadden, was een belangrijke reden voor de financiële crisis.” Of er veel meer in het vat zit qua dollarstijging, is nog onduidelijk. “De grootste waardestijging ligt denk ik achter ons en het is de afgelopen weken snel gegaan”, aldus Rossi.
Ontwikkelde landen
Een belangrijk gevolg van de sterkere dollar is dat aandelenbeleggers er verstandiger aan doen om in ontwikkelde markten te beleggen (lees: VS, Europa en Japan) en minder in opkomende markten. Alle drie de partijen (Deutsche AWM, Schroders en Fidelity) maken die keuze.
Wöhrmann wijst op de moeilijke economische situatie van veel opkomende economieën, met afnemende groei in China en krimp in Brazilië en Rusland. In Europa en het Midden-Oosten hebben veel landen te kampen met economische en politieke tegenslagen.
“Het vooruitzicht van een hogere Amerikaanse rente zal ook een schaduw werpen over de opkomende markten en speciaal over de aandelenprestaties die we kunnen verwachten”, stelt hij. “De geschiedenis laat zien dat een renteverhoging in de Verenigde Staten meestal gepaard gaat met een matig presteren van de opkomende markten. Deze keer spelen fundamentele verschillen een sleutelrol en beleggers moeten daarom heel selectief zijn.”