De economische ontwikkeling van Australië en Nieuw-Zeeland loopt niet parallel. De ontwikkeling van de grondstoffenprijzen speelt daarbij een rol. Maar dat is volgens Peter van der Welle, beleggingsstrateeg bij Robeco, niet de enige verklaring.
Oplopende werkloosheid en een onverwachte renteverlaging door de centrale bank zijn slechts twee tekenen dat de Australische economie er momenteel minder rooskleurig voorstaat. Lange tijd stak het land ‘down under’ positief af bij de meeste andere industrielanden.
Door de grote honger naar grondstoffen van het sterk groeiende China kwam Australië nagenoeg ongeschonden uit de financiële crisis. De export van ijzererts, kolen en andere ‘hard commodities’ voorkwam dat er een eind kwam aan ruim twee decennia zonder recessies.
China belangrijke factor
Van der Welle stelt dat de verslechtering van het economisch klimaat deels weer met China te maken. “De Chinese economie vertoont niet alleen een afzwakkende groei, maar er vindt ook een geleidelijke verschuiving plaats van een exportgeleide naar een door binnenlandse bestedingen gedreven economie.”
Dit heeft volgens Van der Welle negatieve consequenties voor Australië. De grondstoffenprijzen dalen. “En na de investeringshausse in de mijnbouw in de voorgaande tien jaar is er nu sprake van desinvesteringen.”
Aan de andere kant van de Tasmanzee, in Nieuw-Zeeland, staat de economie er beter voor. De binnenlandse vraag ontwikkelt zich goed en de werkloosheid is laag. Dat de export voor een belangrijk deel bestaat uit landbouwproducten is niet de doorslaggevende reden voor het groeiverschil met Australië, stelt Van der Welle.
“Je moet dat relativeren. De landbouw is goed voor ruim 7% van het bbp. Als je het hebt over ontwikkelingen op de grondstoffenmarkten, dan is het belangrijker dat Nieuw-Zeeland profiteert van de lage olieprijs. De goedkopere energie is positief voor de koopkracht van de consument en zorgt voor lagere kosten in de industrie. Bovendien biedt dit tegenwicht aan de sterke loonontwikkeling, waardoor de centrale bank de rente de komende tijd op hetzelfde niveau kan houden.”
Verandering van exportmix
In Australië heeft de centrale bank de rente verlaagd, maar veel heil mag daar volgens de strateeg niet van verwacht worden. Van der Welle ziet meer in een expansiever begrotingsbeleid. “De staatsschuld bedraagt slechts 37% van het bbp. Op dat niveau is fiscale stimulering effectief.”
Minstens zo belangrijk is volgens Van der Welle dat Australië inzet op een verandering van de exportmix. “De export groeit wel, maar voor de lange termijn is het zaak om in te spelen op een afnemende vraag. De Chinese overheid voert een krapper monetair beleid. Dat heeft nu al een effect op de Australische grondstoffenexport.”
Verder vooruitkijkend speelt volgens de strateeg dat China’s behoefte aan ruwe grondstoffen afneemt indien het land met zijn productie hoger in de waardeketen gaat zitten. Bovendien streeft China naar een efficiënter energieverbruik. “Het Australische bedrijfsleven zal zich meer moeten richten op dienstverlening, zoals consultancyactiviteiten rond de winning van grondstoffen in China, toerisme en het aantrekken van Chinese studenten”, voorziet Van der Welle.
Het groeiherstel van de Amerikaanse economie zal Australië weinig helpen, denkt hij. “Tegenover meer vraag naar Australische grondstoffen staat een ongunstige ontwikkeling van de wisselkoers. Hogere groei in de Verenigde Staten betekent dat de Australische dollar zal verzwakken tegenover de Amerikaanse munt. Dat is per saldo negatief omdat Australië een tekort op de lopende rekening heeft en een inelastische vraag naar importproducten. Waar het tij meezit voor Nieuw-Zeeland, zit het nu tegen voor Australië.”