Ja, actief beleggen domineert nog steeds in Europa, maar indexbeleggen doet menig actieve fondsmanager met een jaloerse blik kijken naar de instroom bij indexproducten. Een terugblik op Eye on Index Investing.
Ruim 200 ‘gatekeepers’ trokken voor dat evenement op 16 april naar het Mediapark in Hilversum om de stand in het land en de dagelijkse praktijk van passief beleggen onder de loep te nemen.
Eye on Index Investing werd voor de tweede keer geïnitieerd door vijf aanbieders van Exchange Traded Funds (ETF’s) en indexfondsen. Het betreft in feite een samenwerkingsverband van iShares, State Street Global Advisors, ETF Securities, Vanguard en Think ETF’s. Tezamen willen ze zodoende de kennis over indexproducten en de doelmatige inzet daarvan naar een hoger niveau brengen.
Onverminderd gunstig
De ontwikkeling van de markt voor dergelijke fondsen in Europa en daarbinnen Nederland ziet er onverminderd gunstig uit. Het aanbod is flink uitgedijt en gaat alleen nog maar groter worden. San Lie, Head of Research bij Morningstar Benelux, haalt in zijn presentatie inzake trends & facts betreffende de markt John Bogle aan.
Bogle, oprichter van Vanguard, staat te boek als de godfather van het indexbeleggen. De 85-jarige beleggersgoeroe stelt in een recent interview met Bloomberg Markets Magazine dat hij verwacht dat in 25 tot 30 jaar het actief beheer van de aardbodem verdwenen zal zijn. “Het lijkt een extreem standpunt, maar ik denk dat dit goed mogelijk is”, aldus Bogle.
In elk geval blijkt uit data van Lie dat in 2014 van de netto flow in de Verenigde Staten maar liefst 99% naar passief beleggen ging. Dus naar indexproducten als ETF’s en indexfondsen. Hij maakt wel een kanttekening. “Nog steeds gaat het meeste geld om in actieve fondsen.”
Maar indrukwekkend is dat in dat land de assets under management van indexproducten in de periode van 2008 tot 2014 met 217% stegen, althans als we kijken naar producten gericht op aandelen en obligaties. “Europa kan daar nog niet aan tippen, maar ook daar bleek 2014 wederom een recordjaar wat betreft de instroom. Actief domineert, maar passief wint marktaandeel. Het is evident dat er nog een hele groeispurt gaat komen in Europa.”
Mooie uitbalancering
Tijdens de samenkomst blijken de aanwezige gatekeepers van een brede waaier van beleggingsinstellingen hiervan ook heilig overtuigd. Maarten Kneepkens, verantwoordelijk bij Kempen Capital Management (KCM) voor vermogensbeheer à la carte voor particuliere klanten, maakt veelvuldig gebruik van indexproducten, zo stelt hij in een discussie over inspelen op trends met zulke fondsen. “Per markt kan de reden heel verschillend zijn om hiervoor te kiezen. Een belangrijke factor, die in het voordeel van indexproducten uitpakt, is als er op een markt weinig actieve managers opereren en als er weinig kans bestaat dat ze kunnen outperformen.”
Thijs van der Kevie merkt in de dagelijkse praktijk dat steeds meer mensen er volledig voor gaan en voor 100% belegd willen zijn in indexproducten. Onder zijn leiding is Staalbankiers gestart met de multi asset-portefeuilles die geheel met ETF’s en indexfondsen zijn opgebouwd. “Kosten maken het verschil, ook al zitten die van actieve en passieve fondsen ondertussen veel dichter bij elkaar. Maar dit aspect speelt nog steeds een rol, ook al is het minder.”
Met name ETF’s lijken een ideaal instrument om in te spelen op trends. Dat boeit Van der Kevie niet zozeer, aangezien Staalbankiers niet echt gelooft in trends. “Maar elk kwartaal wordt onze allocatie wel grondig doorgelicht en herijkt. Het is dan gemakkelijk om met ETF’s snel te kunnen schakelen. Bijvoorbeeld in het geval van staatsobligaties. Van ETF’s weet je precies wat de duration van die vastrentende waarden is en om welke landen het gaat. Bij actief beheer moet je dat toch continu in de gaten houden en je daarop instellen.”
Duidelijk is dat er op het vlak van indexproducten een groot assortiment aan bouwstenen voorradig is voor een mooie uitbalancering van de asset allocatie van beleggers. “Er is al veel op de markt, een keur aan mogelijkheden om in te spelen op bepaalde situaties”, schetst Patrick Zwolle, bij marktleider iShares verantwoordelijk voor het relatiebeheer. “Maar toch moeten we soms nee verkopen.” Op het gebied van ETF’s gericht op specifieke sectoren, zoals het populaire healthcare, is bijvoorbeeld nog een wereld te winnen. Veel indexproducten zijn immers toch nog erg regiogericht.
Rekensommetjes
Bob Homan, hoofd van het ING Investment Office, ziet een duidelijk toegenomen vraag bij klanten naar de inzet van indexproducten. Volgens hem stroomt een kwart van het binnenkomende geld naar de vorig jaar gelanceerde beleggingsportefeuille die voor 100% is ingevuld met passieve beleggingsinstrumenten. Best wel een goede score dus. Maar hij erkent ook dat ING meebeweegt als er een stroom richting passief beleggen gaat. Dit is een kwestie van keuzes die worden gemaakt op het gebied van asset allocatie.
Er kan zo snel worden geschoven of exposure worden bereikt naar bepaalde categorieën door in indexproducten te stappen. Bij een toegenomen aandacht voor de fundamentals wordt dan weer in de richting van actieve fondsen en afzonderlijke aandelen bewogen. Het uitzetten van beleggingsstrategieën, het bewaken van de portefeuillekwaliteit en de selectie en beoordeling van beleggingsmogelijkheden vormen belangrijke taken voor gatekeepers en fondsselecteurs.
Gertjan Dorrepaal, beleggingsanalist bij de Rabobank, volgt dan ook met grote aandacht de golf van smart beta-producten die op de markt worden gezet. “Er wordt momenteel in beleggerskringen veel gesproken over factor investing en smart beta. De selectie is lastig. We doen nu productenonderzoek. Er zijn veel aspecten om over na te denken. Het punt is dat aardig wat van deze fondsen een korte trackrecord hebben en wat ik zie, is dat er eigenlijk nog relatief weinig in wordt belegd.”
Daarnaast ziet hij dat bij deze producten de kosten toch wel weer wat hoger liggen en is het de vraag of het nou zo fiscaal gunstig is om hierin te beleggen. “Hoe dan ook heeft de Rabobank een voorkeur voor fysiek gerepliceerde ETF’s en indexfondsen.” En uiteindelijk maken beleggers hun rekensommetjes. “In het geval van de S&P 500 is het moeilijk voor de gewone belegger om, ondanks de publicatieverplichtingen van beursgenoteerde ondernemingen, echt vat te krijgen op de cijfers die er toe doen”, poneert Koen Hoogenhout, Senior Institutional Sales Executive bij Vanguard. “Vandaar dat indexproducten uitkomst kunnen bieden.”
Deze stellingname is eigenlijk een belangrijke brug naar de toegevoegde waarde van beleggingsadviseurs. Hebben die nog wel nut als een portefeuille uit indexproducten bestaat? Homan vindt dat de beleggingsadviseur niet aan kracht inboet. “Er zijn zo’n 5000 à 6000 indices op de markt. Waar moet een belegger uit kiezen? De rol van de adviseur verandert alleen ietsje, maar de adviseur blijft bestaan.” Hoogenhout voegt eraan toe dat deze rol gewoonweg breder wordt dan productadvisering.