Veel vermogensbeheerders hebben het vanwege de lage rente erg moeilijk, zegt Bruce Hamilton, analist bij Morgan Stanley, in de Zwitserse krant Neue Zürcher Zeitung (NZZ). Hij heeft de kapitaalinkomsten en -uitgaven van vermogensbeheerders onderzocht.
Gemiddeld hebben de vermogensbeheerders in het eerste halfjaar van dit jaar 3% meer assets onder beheer, zo stelt Hamilton. Onder de vijftien beheerders met de hoogste groei bevond zich er slechts één die onderdeel van een bank is (JP Morgan) en twee verzekeringsdochters (Standard Life en Generali). De overige twaalf zijn zelfstandige bedrijven.
Onder de ondernemingen die minder assets onder beheer kregen leden, bevinden zich volgens Hamilton enkele bekende namen: Aberdeen (-13,6%), ING (-9,9%), Pimco (-7,6%), Janus (-5,5%), Deutsche Bank (-4,8%) en Aviva (-3,6%). Een aantal partijen, waaronder Deutsche Bank, geven echter aan The Asset aan dat deze cijfers niet kloppen. Zo spreekt Deutsche Bank juist van een plus.
Vanwege de vergoedingstransparantie, de dalende tarieven en lage rentestand is het voor vermogensbeheerders moeilijk om goed rendement te behalen, aldus Hamilton. Voor middelmatigheid is geen pardon. Hij ziet voor de vermogensbeheerders daarom twee mogelijkheden om goed te presteren. Enerzijds zeer grote aanbieders met goedkope producten (met name Exchange Traded Funds), zoals Blackrock, Vanguard en State Street. Anderzijds gespecialiseerde kleinere aanbieders, zoals Nataxis, AMG en Legg Mason.