Het groeiende verschil in rendement tussen Amerikaanse en Europese obligaties weerspiegelt het verschil in beleid dat gevoerd wordt. De Fed schroeft het ruime beleid langzaam terug, terwijl de Euuropese Centrale Bank (ECB) het gaspedaal dieper indrukt. Raman Srivastava, Chief Investment Officer (CIO) bij BNY Standish and Holger Fahrinkrug, hoofdeconoom bij BNY Meriten, kijken wat de consequenties zijn voor obligatiebeleggers en waar kansen liggen.
Volgens Srivastava luidde de ’taper tantrum’ een nieuw tijdperk in voor obligatiebeleggers. Tot dan toe trokken de rendementen van diverse assets gelijk op. De toekomst wordt gekenmerkt door divergentie.
Fahrinkrug verwacht met name in de opkomende markten grote verschillen in groei en uitwerking van hervormingen. Ook in de ontwikkelde markten voorziet hij dat gevestigde trends nu doorbroken worden. De dynamiek verandert omdat onder meer de Chinese groei afneemt, grondstofprijzen dalen en sommige centrale banken het beleid verkrappen.
Dit raakt de verschillende obligatiemarkten op een verschillende manier. Hoe moeten fixed income-beleggers hierop reageren? Beleggers zullen volgens Fahrinkrug de ontwikkelingen van de ECB nauwlettend volgen om te zien of het opkoopprogramma succesvol is of niet. “Focus moet liggen op factoren die het succes bepalen van Draghi’s beleid. Het klinkt vreemd, maar het mislukken van het huidige steunprogramma kan beter zijn voor beleggers in euro-obligaties, dan het succes. Beleggers moeten alert blijven.”
Bij succes van het huidige beleid neemt de kans op een onversneden QE af, met stijgende volatiliteit en obligatierente tot gevolg. Fahrinkrug: “Ik reken erop dat Draghi alle opties openhoudt, waardoor de rente op Bunds laag blijft en de spreads met de periferie verder verkrappen. Er liggen kansen als in de komende maanden de centrale banken hun beleid verfijnen. Omdat de sector fundamentals over het algemeen sterk blijven, is bij mogelijke oprispingen van volatiliteit een tactische sector allocatie belangrijker dan een structurele.”