Profiteren van groene obligaties

0

Groene obligaties, oftewel beleggingen in leningen die uitsluitend worden gebruikt voor nieuwe en bestaande milieuvriendelijke projecten, zijn steeds meer in trek bij beleggers. Aan groene obligaties kleven echter ook verschillende beleggingsrisico’s. Hoe kunnen investeerders hiermee omgaan?

Groene obligaties zijn steeds meer in trek bij beleggersDergelijke obligaties bieden de mogelijkheid om te beleggen in initiatieven gericht op duurzaamheid voor de lange termijn, die steeds belangrijker worden voor de gezondheid en groei van de wereldeconomie. Daarmee kunnen beleggers duurzaamheidsdoelstellingen invullen. Nieuwe emissies kunnen inmiddels rekenen op een stabiele vraag.

Er is discussie over de definitie van een groene obligatie. Zolang daarover geen eenduidigheid is, blijft beleggingsresearch en due diligence tamelijk uitdagend. En ondanks de groei is het volgens de Climate Bonds Initiative Group en HSBC nog steeds een relatief kleine markt: 35,8 miljard dollar. Bovendien is het een betrekkelijk nieuwe markt.

Groen groeit

De Wereldbank was in 2007 de eerste die groene obligaties (green bonds) uitgaf. Dan krijg je te maken met ongelijke informatieverspreiding en illiquiditeit. Dus is gedegen risicobeheer cruciaal.

De markt voor groene obligaties groeide in 2013 tot 11 miljard dollar. Dit gebeurde mede dankzij de uitgifte van de grootste groene obligatielening ooit: die van het Franse energiebedrijf GDF Suez, met een omvang van 3,4 miljard dollar. Eind 2014 stond de teller op 40 miljard dollar, aldus de Climate Bonds Initiative Group.

Sommige milieugerelateerde obligaties worden niet als groen aangemerkt, meestal doordat er nog geen standaard is, maar ook om bijvoorbeeld politieke of maatschappelijke gevoeligheden. Of vanwege de beperkingen waarmee het etiket ‘groen’ wordt geassocieerd. Dergelijke obligaties meegeteld is het universum aan milieugerelateerde obligaties inmiddels gegroeid tot ongeveer 100 miljard dollar. De meeste groene obligaties worden uitgegeven in Amerikaanse dollars, maar ze zijn er tegenwoordig ook in euro’s, Braziliaanse reals en nog enkele andere valuta’s.

De belangrijkste spelers op de markt zijn tot nu toe supranationale of overheidsgerelateerde instellingen. Denk aan de Europese Investeringsbank en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank. Daarnaast zijn er ook enkele niet-supranationale partijen die ‘groene tranches’ hebben in het schuldpapier dat ze uitgeven. De groei van de markt en de aanwezigheid van gevestigde partijen hebben geholpen om het pad te effenen voor bedrijven die ook de markt voor milieuprojecten willen aanboren.

Het Zweedse vastgoedbedrijf Vasakronan was in november 2013 het eerste zakelijke bedrijf dat groene obligaties uitgaf. Het werd gevolgd door onder meer vastgoedbedrijf Unibail-Rodamco, consumentengoederenproducent Unilever, het Zweedse bosbouw- en papierbedrijf SCA en bouwbedrijf Skanska.

Ook automobielbedrijven met CO-arme initiatieven zijn een belangrijke bron van nieuwe uitgiften. Tesla gaf in 2013 voor 600 miljoen dollar aan converteerbare groene obligaties uit en Toyota plaatste afgelopen jaar een Asset-Backed Security om leningen voor hybride wagens te financieren. In minder dan een jaar tijd is de markt voor groene bedrijfsobligaties gegroeid tot ruim 10 miljard dollar.

Rol in portefeuille

Beleggers kunnen groene obligaties in een portefeuille opnemen met het oog op specifieke ESG-richtlijnen (waarbij ESG voor Environmental, Social & Governance staat) of andere langetermijndoelstellingen. Groene obligaties kunnen paradepaardjes in de portefeuille worden, gesteund door gunstige regelingen van overheden en instanties die milieugerichte investeringen proberen te bevorderen.

De yields op groene obligaties zijn in het algemeen relatief laag en de rendementen lijken op die van Amerikaans staatspapier. Dat komt doordat de kasstroom uit groene obligaties wordt herbelegd in groene projecten die meestal met overheidssteun worden gefinancierd. Soms profiteren groene obligaties van belastingvoordelen, waaronder gemeentelijke obligaties in de Verenigde Staten. Daardoor kunnen green bonds een andere waardering hebben dan niet-groene obligaties van dezelfde uitgevende partij.

Vooralsnog worden er in het algemeen lage risicopremies geëist voor groene obligaties. Bovendien kunnen sommige worden gekoppeld aan de prestaties van een index, bijvoorbeeld de FTSE4Good Environmental Leaders Europe 40 Index, in plaats van vaste couponbetalingen. Op die manier zouden groene obligaties een defensieve functie in een portefeuille kunnen vervullen.

Vanwege de doorgaans kleinere omvang (vaak tussen 200 miljoen dollar en de 500 miljoen dollar) lijken ze eerder te passen bij beleggers die ze de volledige looptijd of voor een lange termijn aanhouden dan bij beleggers die op liquiditeit zijn gericht.

Het definitieprobleem

Milieuonderzoek gaat waarschijnlijk veel invloed hebben op het hele economische landschap en daarmee ook de uitgifte van groene obligaties, potentieel zelfs op zeer grote schaal. Het World Economic Forum schat bijvoorbeeld dat er jaarlijks 700 miljard dollar moet worden geïnvesteerd in schonere energie, transport en bosbouw. Het International Energy Agency heeft in zijn World Energy Outlook 2013 een aanbeveling gedaan om jaarlijks 1 biljoen dollar te investeren in een CO₂-arme economie.

De beleggersgemeenschap reageert wel degelijk op de beweging in de richting van duurzaamheid. Daarbij is de publicatie van de ‘Principles for Responsible Investment’ (PRI) van de Verenigde Naties in 2006 van groot belang geweest. Het heeft ervoor gezorgd steeds meer beleggers ESG-doelstellingen implementeren. De PRI-uitgangspunten van de VN waren in augustus vorig jaar ondertekend door 1087 beleggers (eigenaren en vermogensbeheerders, onder wie Pimco) die samen ongeveer 45 biljoen dollar aan beheerd vermogen vertegenwoordigen. De principes worden ook ondersteund door ongeveer dertig aandelenbeurzen wereldwijd.

Echter, uniforme normen voor groene beleggingen zijn nog in een beginfase en de onduidelijkheid hierover brengt risico’s met zich mee voor zowel beleggers als uitgevende partijen. Een groep van 25 vooraanstaande financiële instellingen is met administratieve ondersteuning van de International Capital Market Association (ICMA) begonnen aan de ontwikkeling van normen voor vastrentende waarden.

Hun Green Bond Principles onderscheiden diverse brede categorieën groene projecten die in aanmerking kunnen komen, waaronder hernieuwbare energie, duurzaam afvalbeheer en landgebruik, behoud van biodiversiteit en schoon vervoer en water.

Geen handhaving

Niettemin blijven de Green Bond Principles vrijwillig. Er wordt geen mening uitgesproken over criteria voor groene projecten en er vindt geen handhaving plaats. Het is niet waarschijnlijk dat daar universele overeenstemming gaat komen, alleen al doordat er veel ruimte is voor meningsverschillen over de vraag of bepaalde projecten als groen kunnen worden beschouwd, zoals het aanpassen van kolencentrales met vervuilingsreducerende technologie.

Ook kan niet elk project voldoen aan criteria die verder gaan dan milieubescherming, zoals criteria met betrekking tot goed bedrijfsbestuur, personeelsbeleid, eerlijke en ethische omgang met leveranciers en onderaannemers. Hetzelfde geldt voor de bijdrage van projecten aan de ontwikkeling en het welzijn van lokale gemeenschappen.

Wie overweegt om groene obligaties uit te geven, bekijkt deze factoren met de nodige voorzichtigheid. De mogelijkheid om een grotere groep beleggers te bereiken, wordt afgewogen tegen de extra kosten. Dit speelt vooral wanneer de milieuvoordelen van projecten de gehele looptijd van de obligaties moeten worden gevolgd.

Beleggers moeten op hun beurt zorgvuldig de risico’s afwegen van het beleggen in groene obligaties. Bijvoorbeeld de beperkte liquiditeit en de mogelijkheid tot prijsinefficiënties, die overigens zowel kansen als risico’s met zich kunnen meebrengen. Maar ook de complexiteit van research en due diligence zijn van belang, gezien het ontbreken van algemeen aanvaarde normen en de over het algemeen lage risicopremies.

De markt voor groene of klimaatgerichte beleggingen blijft waarschijnlijk groeien doordat hernieuwbare energie en CO₂-arme sectoren steeds urgenter worden als gevolg van klimaatverandering. De principes die ten grondslag liggen aan groen beleggen ondersteunen de duurzaamheid van de wereldeconomie en het milieu op lange termijn, maar zoals bij elke belegging is zorgvuldig risicobeheer van cruciaal belang.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie The Asset

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website en nieuwsbrief van The Asset. Het team brengt met name nieuws en visies die interessant zijn voor beleggingsprofessionals.


Kennispartners

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten