Michel Alofs, Ivan Moen en Jaap Westerling zijn altijd gecharmeerd gebleven van het bovengemiddelde groeipotentieel van de opkomende markten. Nu het tij keert, wijzen de fondsbeheerders van Optimix op de ideale mix van een lage waardering en een verwachte hoge groei in de opkomende markten.
Alofs, Moen en Westerling hebben het beursherstel in juli aangegrepen om de accenten binnen de eigen portefeuille iets te verschuiven. Er is winst genomen in de dure aandelenmarkten, zoals de Verenigde Staten, om het vrijgespeelde kapitaal opnieuw te beleggen in relatief goedkopere markten. Het gaat dan vooral om de opkomende markten.
De laatste jaren zijn de opkomende markten op de beurs achterop geraakt. Sinds 2010 zijn de koersen van deze markten gemiddeld slechts met 13% gestegen, terwijl de MSCI World Index met 89% is gestegen. Als belangrijkste oorzaak voor de mindere prestaties wijst Optimix naar de investeringen in de productiecapaciteit voor exportgoederen.
De wereldwijde recessie, en het ongekend trage economische herstel dat daarop volgde, maakte dat deze investeringen onrendabel bleken. De financieringslasten drukten daardoor hard op de winstgevendheid. De vraaguitval in het Westen veroorzaakte daarnaast druk op de grondstoffenprijzen en het prudente monetaire beleid aldaar heeft de lokale aandelenkoersen minder aangejaagd, zoals in de ontwikkelde markten het geval was.
De overcapaciteitsproblemen zijn volgens de fondsbeheerders nu grotendeels weggewerkt en de grondstoffenprijzen lijken te stabiliseren. Daarmee zijn de opkomende markten klaar voor een inhaalrace. Het waarderingsverschil met de ontwikkelde markten is enorm. De koers-winstverhouding van de MSCI Emerging Markets Index noteert 24% onder het niveau van de MSCI World Index. De winstgroei ligt volgend jaar ruim 60% hoger. “De combinatie van een lage waardering en een hoge groei zal als een magneet werken voor beleggers op zoek naar rendement”, stellen Alofs, Moen en Westerling.
Lees meer in de Strategiebrief van Michel Alofs, Ivan Moen en Jaap Westerling