Het wordt voor pensioenfondsen steeds moeilijker om de correcte waarde van beleggingen te bepalen. Nederlandse pensioenbestuurders hebben daardoor relatief weinig vertrouwen in hoe hun pensioenfonds de beleggingsportefeuille en de toekomstige verplichtingen waardeert. Dat blijkt uit wereldwijd onderzoek onder 400 pensioenbestuurders, uitgevoerd in opdracht van State Street.
Slechts 10% van de Nederlandse ondervraagden zei een hoge mate van vertrouwen te hebben, tegenover 21% wereldwijd. Scandinavische pensioenbestuurders hadden het meeste vertrouwen: 31% van hen zei veel vertrouwen in de waarderingen te hebben.
“Pensioenfondsen gebruiken steeds geavanceerdere beleggingsmethoden waarmee zij in een breder spectrum aan vermogenscategorieën beleggen. Als gevolg hiervan is het moeilijker geworden om de correcte waarde van beleggingen te bepalen,” aldus Oliver Berger, hoofd Asset Owner Solutions & Strategic Market Initiatives EMEA bij State Street.
“Vooruitgang in medische technologie en brede maatschappelijke veranderingen maken het voor pensioenfondsen ook moeilijker om te bepalen wat hun toekomstige verplichtingen zijn”, stelt Berger. Toch zegt slechts een kwart van de pensioenprofessionals (26%) de hoogste prioriteit te geven aan beheersen van het langlevenrisico. Driekwart van de pensioenbestuurders ziet tevens een grote uitdaging bij het opnemen van nieuwe beleggingstrategieën, zoals alternatieve beleggingen, in de portefeuille.
Scandinavische pensioenbestuurders hebben het meeste vertrouwen in hoe hun fonds de pensioenvoorzieningen waardeert: 31% zei een zeer hoge mate van vertrouwen te hebben. Een kwart van de pensioenbestuurders uit Duitsland, Zwitserland, en de Verenigde Staten hebben een hoge mate van vertrouwen. Slechts 10% van pensioenbestuurders uit Nederland en Italië zeiden een hoge mate van vertrouwen te hebben.