De wereldwijde markten zijn met het verkeerde been 2016 in gestruikeld. Veel beleggers vragen zich af of de recente vertraging van de wereldwijde groei een teken is van grotere problemen die in het verschiet liggen.
En hoewel we natuurlijk naar de meest recente gegevens kijken om onze situatie te bepalen, is een terugblik over een langere periode vaak een nuttige manier van controleren. Tijdens de jaren zeventig, toen de Verenigde Staten worstelden met een diepe recessie, waren winkeliers continu waakzaam voor minder vermogende consumenten die de zogenaamde ‘five finger discount’ probeerden toe te passen, een eufemisme voor winkeldiefstal.
Tegenwoordig moeten centrale bankiers over de hele wereld zich bewust zijn van vijf uitdagingen die de wereldwijde economie gedurende de komende conjunctuurcycli zullen bedreigen. Blokkering van de globalisatie, ongunstige demografie, buitensporige hefboomwerking, een strengere regelgeving en stijgende belastingen zorgen voor een five finger discount die een groot deel van de wereld moeilijk zal kunnen vermijden.
Vastgelopen
Het ziet ernaar uit dat de globalisatie is vastgelopen, na bijna dertig jaar lang bedrijfswinsten en winst uit persoonlijke inkomsten te hebben gestimuleerd door middel van internationale handel, kapitaal- en arbeidsstromen. In tegenstelling tot de gangbare opvatting is globalisatie echter geen lot, maar een keuze. Op het moment ziet het ernaar uit dat we afstand beginnen te nemen van globalisatie, waardoor de opkomende markten een flinke klap hebben opgelopen.
Wat betreft de economische activiteit en dynamiek wordt de demografie in alle ontwikkelde landen steeds minder gunstig. En hoewel veel grote economieën uit opkomende landen zich demografisch nog steeds op een ideale plek bevinden, zullen veel van hen in dezelfde positie belanden als de huidige trend e komende 10 tot 15 jaar aanhoudt. Ook zij zullen geconfronteerd worden met een groeivertraging van het arbeidsaanbod, hogere afhankelijkheidspercentages en wellicht een afname van de productiviteitsgroei.
De volgende uitdaging is de hefboomwerking. De wereld heeft te veel schulden. Hoewel overheidsschulden in de loop der tijd afwisselend zijn gezakt en gestegen als een percentage van het bbp, zijn er nu wereldwijd hoge niveaus van schuldenlast bij de meeste overheden, bedrijven en huishoudens, een zeer schadelijke combinatie. De recente gebeurtenissen op de Chinese markten vergroten slechts de ongerustheid over een mogelijke nieuwe golf van wereldwijde financiële instabiliteit, veroorzaakt door een buitensporige hefboomwerking.
Stringentere regels
We bevinden ons tegenwoordig ook in een omgeving van strengere regelgeving, terwijl we sinds het begin van de jaren tachtig veel tijd hebben besteed aan het dereguleren van industrieën. En strengere voorschriften doen over het algemeen afbreuk aan groei op de korte en middellange termijn, of die voorschriften nou bedoeld zijn om een nieuwe crisis te voorkomen of vooral protectionistisch van aard zijn.
Het voldoen aan extra voorschriften kost bedrijven zowel tijd als geld en is bijna altijd een beperkende factor voor productieve investeringen. Ook zijn we wereldwijd bezig belastingen te verhogen, terwijl we deze tijdens de afgelopen decennia omlaag probeerden te krijgen. Er zijn meer dan twee keer zoveel Oeso-landen die in de nasleep van de wereldwijde financiële crisis hun inkomstenbelastingen verhoogd hebben dan die ze verlaagd hebben, terwijl de verhouding tussen btw-verhogingen en -verlagingen 18 op 1 was.
Hogere belastingen hebben de neiging om de stimulering van kapitaal en arbeid te beperken en kunnen grotere bedrijven ertoe aanzetten om het rendement voor hun beleggers te maximaliseren door verspilling van middelen om lagere belastingstelsels voor hun activiteiten te vinden.
Deze vijf factoren waren ooit een zegen en droegen ieder jaar flink bij aan de wereldwijde groei. Nu ze in plaats van meewind in tegenwind zijn veranderd is die extra groei verdwenen. In het verschiet zien we, vanuit het oogpunt van de belegger, lagere inflatiedruk, lagere salarisdruk, lagere nominale groei, lagere reële groei en wereldwijde rentes die lang laag zullen blijven. Door deze dynamiek worden de Federal Reserve en andere grote centrale banken geconfronteerd met flinke uitdagingen.
Valstrik
Hoewel de Fed eindelijk is staat is geweest de rentes op te schroeven vanaf het nulpunt is het nog maar vraag hoelang dit zal duren. Het is immers zo dat de Europese Centrale Bank (ECB), de Bank of Canada, de Reserve Bank of Australia en verschillende andere centrale banken allemaal hun rentes verhoogden in de nasleep van de wereldwijde financiële crisis, om ze vervolgens weer te terug te schroeven naar een punt dat nog lager was dan vóór de renteverhoging.
De Fed zou wel eens in dezelfde val kunnen lopen. Op langere termijn zal die ‘vuist met vijf vingers’(globalisatie, demografie, hefboomwerking, regelgeving en belasting) gedwongen worden steeds meer los te laten, met als resultaat een daling van de macro-financiële vitaliteit en waarderingen van activa.