Onze Monopoly-economie heeft kredietcreatie nodig

0

Begrepen de gouverneurs en de voorzitters van de Fed nu maar iets meer van Monopoly en iets minder van verouderde historische modellen als de Taylor-regel en de Phillips-curve, dan stonden onze economie en haar vooruitzichten voor de toekomst er nu misschien iets beter voor.

Onze Monopoly-economie heeft krediet creatie nodigIn Monopoly reizen kapitalisten rond over het bord, terwijl zij vastgoed kopen, huur betalen en, belangrijk, langs ‘Start’ passeren en dan elke keer 200 euro salaris ontvangen. En het is die 200 euro aan cash (die in de reële economische wereld overeenstemt met een nieuw ‘krediet’) die verantwoordelijk is voor de verdere gezondheid van onze op financiering gebaseerde economie. Zonder nieuw krediet gaat de economische groei achteruit en worden ‘faillissementen’ van individuele spelers waarschijnlijker.

Maar laten we teruggaan naar het begin, wanneer de bank geld uitdeelt en elke speler met de dobbelstenen begint te gooien. De bank, essentieel is dat dit niet de centrale bank is, maar het commerciële bankensysteem, geeft elke speler 1.500 euro. De bedoeling is dat je voor een lage prijs goed gelegen eigendommen koopt en vastgoed ontwikkelt met huizen en hotels.

Maar elke speler moet beschikken over cash-reserves voor het geval dat hij/zij op eigendommen van anderen terechtkomt en er huur moet betalen. Dus op een bepaald moment loopt het proces van economische ontwikkeling, zoals dat tot uitdrukking komt in de bouw van huizen en hotels, vertraging op. Je kunt geen huizen blijven kopen wanneer je verwacht andere spelers huur te moeten betalen. Je zult dan cash of ‘krediet’ nodig hebben en je hebt al een groot deel van je budget van 1.500 euro besteed aan de aankoop van eigendommen.

Nieuw geld gecreëerd

Tot op zekere hoogte kan het geheel van alle spelers blijven groeien, zij het in een lager tempo, de economie vertraagt doordat elke speler meer schulden bezit, maar groeit nog altijd omdat elk van hen 200 euro ontvangt telkens wanneer hij langs ‘Start’ komt. Maar het punt is: bij Monopoly wordt iedere keer nieuw geld gecreëerd voor een bedrag van 200 euro. En dat blijft altijd 200 euro. Indien de regels of het systeem toelieten dat dit bedrag werd verhoogd tot 400 euro, of bijvoorbeeld 1000 euro, dan zouden de spelers kunnen blijven bouwen en zou de economie blijven groeien zonder kans op schaarste aan cash of krediet.

Maar dat is niet het geval. De regels die het bedrag van 200 euro bepalen dat je ontvangt wanneer je langs ‘Start’ passeert, zorgen ervoor dat op een bepaald moment een speler uitvalt die niet ‘goed’ genoeg heeft aangekocht of onvoldoende cash heeft gereserveerd. Er beginnen faillissementen te komen. Het Monopoly-spel, dat in het begin zo opwindend was omdat de 1.500 euro en de 200 euro per ronde borg stonden voor vermogensopbouw en economische groei, wordt nu saai en de concurrentie laait op: het is nu ieder voor zich en de overlevingskansen van veel spelers op het bord zijn in gevaar.

Het spel aan de gang houden

Goed. Hoe relevant is dit nu voor de op financiering gebaseerde economie van vandaag? Heeft de Fed niet voor 4 biljoen dollar bijgedrukt en hebben de Japanse centrale bank en de ECB niet soortgelijke maatregelen genomen? Hebben zij niet met succes het salaris van 200 euro bij het passeren langs ‘Start’ meer dan voldoende verhoogd om het spel aan de gang te houden?

Niet dus. Want in de moderne economie van vandaag zijn de centrale banken het ‘Algemeen Fonds’ in plaats van de bank. Zij hebben massa’s geld ter beschikking, maar alleen wanneer het commerciële systeem, de echte bankiers van de economie, beslissen om dat geld te gebruiken en het ‘krediet’ te verruimen. Als de banken geen leningen verstrekken, hetzij omdat ze dan te veel risico lopen, hetzij omdat bedrijven en particulieren geen geld willen lenen, neemt de kredietgroei niet toe.

Het systeem genereert nog altijd 200 euro per speler per spelronde, maar dat volstaat niet om het reële bbp in hetzelfde tempo te doen groeien en om te voorkomen dat sommige bedrijven/huishoudens failliet gaan.

Kredietgroei onvoldoende

Dat is wat er momenteel gebeurt. En dat proces is al enkele jaren aan de gang. De kredietgroei in de VS, die sinds het begin van deze eeuw gemiddeld 9% per jaar bedroeg, bedraagt nu tijdens de meeste kwartalen nauwelijks 4% op jaarbasis. En waarom is dat niet genoeg? Wel, dat zal de praktijk moeten uitwijzen, oftewel de bbp-cijfers van de VS en andere landen. Een economisch systeem met een hoge schuldenlast is voor zijn stabiliteit en zijn voortbestaan afhankelijk van kredietcreatie, en die groeit nu minder snel dan we zouden willen.

Ja, de eerder genoemde structurele redenen vormen een deel van de verklaring. Maar krediet is de olie die het systeem smeert, het rietje waarmee het drankje geroerd wordt, en wanneer het commerciële systeem (niet de centrale bank) niet in staat is om voldoende kredietgroei te genereren, dan stagneert de reële economische groei en gaat die zelfs achteruit.

Omloopsnelheid ook van belang

Nu zijn vele lezers misschien vertrouwd met de axiomatische formule (M x V = PT), of in gewoon Nederlands: de geldhoeveelheid (M) x de omloopsnelheid van het geld (V) = PT of bruto binnenlands product (sterk vereenvoudigd om het kort te houden). Met andere woorden, de geldhoeveelheid of de ‘krediet’-groei is niet de enige factor die het bbp bepaalt, maar de omloopsnelheid van dat geld of het krediet is ook belangrijk.

Het is zoals bij de kruidenier. De omloopsnelheid van zijn voorraad is essentieel voor zijn winst, en in dit geval is de omloopsnelheid van het krediet essentieel voor het bbp en de bbp-groei. Zonder hier verder over uit te weiden, want dat zou te ver gaan, wordt de omloopsnelheid van het krediet verhoogd door de rente steeds meer te verlagen. Zo heeft de steeds lagere rente in de loop van de laatste 5-6 jaar na het faillissement van Lehman Brothers niet alleen de omloopsnelheid verhoogd, maar ook het bbp (zij het in beperkte mate).

Maar nu de rente op 10 biljoen dollar aan wereldwijde staatsobligaties bijna nul procent bedraagt of zelfs negatief is, draagt de omloopsnelheid niet meer bij aan de bbp-groei. Ze kan zelfs leiden tot negatieve groei, zoals ik de laatste jaren al heb uitgelegd. Ons op krediet gebaseerde financiële systeem sputtert, en de risicovolle activa geven deze realiteit weer, zelfs al hebben weinig spelers (met inbegrip van de centrale banken) enig idee hoe het spel wordt gespeeld.

Vraag bijvoorbeeld aan Janet Yellen wat bepalend is voor de omloopsnelheid van krediet of vraag haar alleen maar hoeveel krediet er in het systeem zit. Haar aarzelende antwoord zou wel eens tegen kunnen vallen. Zij geloven niet in Monopoly als functioneel model voor het moderne financiële systeem. Zij geloven in Taylor en Phillips en waarschuwen voor toekomstige inflatie naarmate de ‘volledige werkgelegenheid’ dichterbij komt. Zij aanbidden valse goden.

Wapen tegen deflatie

Om eerlijk te zijn, de fiscale kant van ons huidige systeem bestond vroeger niet. Wij zijn niet allemaal dood, maar Keynes duidelijk wel. Zolang de overheden geld kunnen uitgeven ter vervanging van de ‘animal spirits’ van Keynes in de particuliere sector, zullen het Monopoly-bord en de magere kredietgroei steeds minder geschikt worden als toekomstig wapen tegen deflatie.

Maar beleggers moeten niet direct de onrealistische hoop koesteren dat de overheidsuitgaven binnenkort omhooggaan. Volgens mij resulteert dat in het beste geval in een plafond op de koersen van risicovolle activa (aandelen, hoogrentende obligaties, private equity, vastgoed) en in het slechtste geval in negatieve cijfers op het einde van het jaar, waardoor beleggers alle hoop laten varen dat het rendement in de toekomst vergelijkbaar zal zijn met het rendement uit het verleden.

Houd u nu bezig met het rendement ‘van’ uw geld, niet het rendement ‘erop’. Onze Monopoly-economie heeft kredietcreatie nodig, en als die laag blijft, zal het aantal verliezers omhooggaan.

Deel dit artikel

Over de auteur

Bill Gross

Bill Gross is sinds 2014 beheerder bij het Janus Global Unconstrained Bond Fund. Daarvoor was hij werkzaam als topman van Pacific Investment Management (Pimco), dat hij mede hielp oprichten.


Kennispartners

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten