Een monetaire hongerwinter werkt niet

0

Een monetaire hongerwinter werkt nietDe financiële markten drukken hard op de resetknop van de machinerie die de geldstromen stuwt. Alles is veranderd. De kaarten worden opnieuw geschud. Beleggers moeten tot ver in de toekomst rekening houden met kansrijke thema’s als opsplitsen en hervormingen.

De Fed laat de monetaire kraan alleen nog wat druppelen om de dorst van de financiële markten te lessen. Geld heeft als water gestroomd, op het gevaar af van het ontstaan van nieuwe bubbelende overstromingen.

De Japanse centrale bank heeft niets anders gedaan, waarbij wel de nodige vraagtekens worden geplaatst bij het effect. De Chinese centrale bank en de Chinese overheid grijpen terug naar beproefde middelen: de economie aanjagen via infrastructuur en in wat minder mate van de export. Europa wil veel, maar kan en doet weinig. Mario Draghi, de top dog van de Europese Centrale Bank (ECB), wacht af.

Zoektocht

Misschien wil hij eerst meer duidelijkheid over de ontwikkeling van de economie; het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft al gewaarschuwd voor een tegenvallende ontwikkeling van de wereldeconomie. Misschien wil hij eerst beleidsbeslissingen zien van de politici; hij heeft nog een keer gezegd dat hij het niet alleen kan.

Misschien wacht hij op deflatie; de prijzen blijven onder druk staan. Misschien wacht hij op een kentering van het momentum; het monetaire effect is dan het grootst. Misschien wacht hij op meer ruimte van de Bundesbank; dan is het de centrale bank die echt aan de monetaire touwtjes trekt. Draghi lijkt te genieten van een monetaire hongerwinter.

Het onderwerp van hoe aantrekkelijk obligaties zijn, is uitgekauwd. Alleen door gebruik te maken van futures is men in staat om nog aantrekkelijke rendementen te behalen. En met succes: het rendement van Exchange Traded Funds (ETF’s) op Amerikaanse obligaties (7-10 jaar) was het afgelopen jaar bijna gelijk aan de 15% op de iShares Core MSCI World ETF. De Think Global Real Estate ETF lag daar met 13% iets beneden.

Op wat langere termijn wordt het rendementsverschil met obligaties groter. Op basis van drie jaar was dat voor Amerikaanse obligaties 1,9% en voor Europese staatsleningen 7,4%. Het rendement was gemiddeld 18% voor een mandje vastgoed wereldwijd en een mandje aandelen wereldwijd.

Zet in op hervormingen

Het thema ‘hervormingen’ is de meest aantrekkelijke strategie voor beleggen in opkomende markten, aldus Maarten-Jan Bakkum, Senior Emerging Markets Strategist bij ING Investment Management. “Het groeiklimaat voor opkomende markten is sinds de jaren negentig niet zo zwak geweest. In deze omstandigheden moeten beleggers landen selecteren waarin hervormingen de vooruitzichten voor de groei verbeteren.

Hervormingen zijn op dit moment een belangrijk thema in zes opkomende landen: Mexico, India, Thailand, Egypte, Indonesië en Brazilië. Mexico loopt voorop. Het land heeft in de afgelopen twee jaar een lange lijst hervormingen goedgekeurd die nu worden doorgevoerd. De energiehervormingen zijn de belangrijkste, omdat deze buitenlandse investeringen in de energiesector mogelijk maken. Dit moet leiden tot een sterke groei in obligatiebeleggingen en in elk geval 1 procentpunt toevoegen aan het Mexicaanse groeipotentieel.”

India, Thailand en Egypte kregen dit jaar nieuwe regeringen. In India behaalde Narendra Modi bij spectaculaire algemene verkiezingen een monsterzege met een structureel hervormingsprogramma. In Thailand en Egypte pleegde het leger een staatsgreep. “Modi had een moeizame start, maar hij moet het beleggingsklimaat in India sterk kunnen verbeteren. De Thaise en Egyptische junta’s hebben maar weinig tegenstand en richten zich op het terugdringen van de macro-onevenwichtigheden en investeringen in de infrastructuur.”

De economische groei trekt volgens Bakkum al aan nu het vertrouwen herstelt. “Indonesië heeft Jokowi gekozen als nieuwe president. Hij wordt gezien als een hervormer, maar hij moet nog beginnen en zich bewijzen. De verwachtingen zijn hooggespannen. De noodzaak van fiscale hervormingen en investeringen in de infrastructuur is gigantisch, maar gevestigde belangen zijn sterk verankerd in het Indonesische politieke systeem.” Van alle genoemde landen is het hervormingsverhaal van Brazilië na de presidentsverkiezingen het meest onzeker.

Nieuwe rage

Niet alleen fondsmanagers zijn op zoek naar rendement, maar ook bedrijven. Ondernemers kunnen niet anders dan last hebben van de stagnerende groei van de wereldeconomie en van de fluctuaties op de valutamarkten. Toch moeten ze aandeelhouders tevreden houden, zeker op westerse door kapitalisme gedreven markten. Met bezuinigen kan nauwelijks nog extra rendement worden gegenereerd.

Nieuwe activiteiten kopen heeft voor de traditionele bedrijven geen zin vanwege het ontbreken van groeimogelijkheden. Het antwoord op dit alles is ‘opsplitsen’, zoals Symantec, Philips, Sony en HP. Hier zullen ongetwijfeld nog andere bedrijven aan worden toegevoegd. De trend lijkt te worden dat er opdelingen gaan plaatsvinden in consumer en enterprise. Daarnaast is een andere opsplitsing denkbaar: Europa en Azië, enigszins naar model van de Duitse autofabrikanten met hun deelvestigingen in China.

Een groeiend aantal opkomende landen zal in opstand komen tegen het ‘leegzuigen van hun consumenten’ en de winst naar het moederland overboeken. Opsplitsen zal een positief effect hebben op de waardering van aandelen. Voor veel bedrijven blijft gelden dat de som van de afzonderlijke onderdelen meer waard is dan de onderneming als geheel.

Voorlopig hebben beleggers te maken met een nieuwe fase van de crisis. De ontwikkelingen in Europa, beter gezegd die van centrale bankiers en politici, begint een vervelende bijwerking te krijgen op de wereldwijde markten. De opstapelende problemen leiden tot negatieve gevolgen voor de wereldeconomie, waardoor iedereen het noodzakelijk vindt om de negatieve scenario’s uit de kast te halen en die te publiceren.

Sprookje

Het IMF verwacht dat de groei van de wereldeconomie volgend jaar 3,8% zal bedragen tegen 4,0% eerder. De kans is 33% dat Europa opnieuw in een recessie komt. Dit alles dwingt beleggers om een strategie te volgen die verder weg ligt van de traditionele beursindices. En dat alles is tot uitdrukking gekomen in een lagere euro. Geloof alleen niet in het sprookje dat een lagere euro helpt, een reddingsboei is. Nederlandse bedrijven zouden volgens de Rabobank en Fenedex flink profiteren van een lagere eurokoers.

Maar daar moeten wel kanttekeningen bij worden geplaatst. Ten eerste vindt 65% van de Europese export plaats in de eurozone. Daarnaast profiteerde de waarde van de Europese export niet significant van de euro/dollar, die sinds 2008 heeft bewogen tussen de 1,20 en 1,60. En tot slot heeft de druk op de euro/dollar geen positief effect gehad op de inflatie.

Het plaatje voor Nederland is niet anders. Meer dan 60% wordt afgezet in de eurozone, vergelijkbaar met het gemiddelde van alle landen in de eurozone. In de periode 2000-2008 steeg de exportwaarde van de Nederlandse economie met ongeveer 60%, bij een stijging van de euro/dollar van 0,90 tot 1,60. Fluctuaties van de dollar hadden in deze periode geen substantieel effect op de export.

Een opleving van de export moet niet worden gezocht in de hoek van monetaire maatregelen, maar bij fiscaal stimulerende maatregelen in Europa en innovatie. De ontwikkeling van de export moet het vooral hebben van de groei van de economie, maar overheden die alleen maar kunnen bezuinigen veroorzaken meer economische en financiële ellende dan ze goed doen.

Dure dollar

“De dure dollar kan de Fed op het verkeerde been zetten. De stijging van de dollar hangt voornamelijk samen met divergentie in het monetaire beleid, wat positief is voor Japanse en Europese aandelen.” Toch zien Keith Wade en Azad Zangana, economen bij Schroders, er ook een risico in.

“Een dure dollar kan in combinatie met zwakke grondstoffenprijzen de Fed aanzetten tot het langer voortzetten van het ruime beleid, met het gevaar van bubbelvorming. Het risico is een herhaling van de jaren negentig, toen de Fed tijdens de Azië-crisis een krapper beleid voor zich uitschoof uit angst voor deflatie. Het gevolg was te veel liquiditeit in de markt, die voeding gaf aan de bubbel in de technologiesector. Een treuzelende Yellen kan nu ook de oorzaak zijn voor een zeepbel in de financiële markten.”

Een dure dollar tempert volgens het tweetal enerzijds de inflatie en de noodzaak om het beleid te verkrappen. “Anderzijds kan er een self defeating-effect optreden. Bovendien legt die dure munt druk op de opkomende markten en raakt hun concurrentiekracht. Overigens profiteren Japan en Europa, maar meer dankzij stijgende bedrijfswinsten dan door groei van de export.”

Deflatie

“De eurozone glijdt langzaam weg in deflatie. Om een recessie af te wenden moet Draghi Europeanen zien te overtuigen van de noodzaak van prijsflexibiliteit. Het idee dat nominale lonen niet mogen dalen, moet doorbroken worden, anders bezwijkt de eurozone onder de last van inactieve middelen”, stelt Torgeir Høien, fondsbeheerder van het Skagen Tellus Fund.

 

“Aan Draghi de taak om uit te leggen waarom de arbeidsmarkt gedereguleerd moet worden. De nominale lonen zitten vastgeroest door vakbonden, minimumlonen en opiaten voor werklozen. Als de nominale lonen niet vrijgegeven worden, zal de werkloosheid naar nieuwe hoogten stijgen. De angst dat loondaling een deflatoire spiraal veroorzaakt, is misleidend.”

Høien meent dat conventionele monetaire middelen zijn uitgeput en dat de aangekondigde steunpakketten van de ECB een verwaarloosbaar effect hebben op de financiële markten. Het mag duidelijk zijn. Europa is de grootste bedreiging voor de wereldeconomie. De versplintering van de unie en het gebrek aan economisch beleid, laat staan een visie, zal nog lang en zwaar wegen.

De beleidsmakers in Brussel zijn slechts bezig met overheidsfinanciën en denken de sleutel te hebben gevonden bij een gezonde overheidsbegroting. Gedacht wordt dat je het knagende, hongerige gevoel kunt bestrijden door de broekriem aan te halen. Honger kun je alleen maar bestrijden met voedsel, niet met een monetaire hongerwinter.

Eddy Schekman is naast redactielid van The Asset ook hoofdredacteur van beleggersplatfom Cash

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie The Asset

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website en nieuwsbrief van The Asset. Het team brengt met name nieuws en visies die interessant zijn voor beleggingsprofessionals.


Kennispartners

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten