Het is hoogtij op de financiële markten: door het onconventionele beleid van centrale banken zijn de wereldwijde beleggingsmarkten overspoeld met liquiditeit. In combinatie met het synchrone wereldwijde herstel van de economische groei creëert dit een gunstig klimaat voor risicovolle beleggingen. Hieronder leest u de beleggingsvisie voor 2018 van BNP Paribas Asset Management.
In 2017 hebben de onconventionele beleidsmaatregelen van de centrale banken van de G3, in combinatie met de sterkste – en wereldwijd meest synchrone – versnelling van de economische groei sinds de internationale financiële crisis, de waarderingen in veel beleggingsklassen opgedreven.
Hogere koersen en krappere spreads
De wereldwijde aandelenkoersen, gereflecteerd in de MSCI World index, stegen in de elf maanden tot en met oktober 2017 elke maand. Net zoals de Amerikaanse S&P 500 index. Dit markeert een hausse die nauwelijks haar weerga kent: de enige keer in de afgelopen 70 jaar dat de koersen 11 maanden op rij omhooggingen, was in de jaren vijftig van de vorige eeuw. (1) De rentes op high-yield obligaties en leveraged leningen daalden in de loop van 2017 tot cyclische dieptepunten. Assets uit de opkomend e markten begonnen, na jaren van negatieve relatieve rendementen, aan een sterke opmars. Pas na een sterke dollarrally trad een correctiefase in. Op 15 november 2017 wisselde het schilderij Salvator Mundi van Leonardo da Vinci op een veiling voor een recordbedrag van 400 miljoen dollar van eigenaar. En zo kunnen we doorgaan, maar waar dit kort gezegd op neerkomt, is dat risicovolle beleggingen ontegenzeglijk de wind in de zeilen hebben.
Het gezamenlijke balanstotaal van de centrale banken van de G3 bedraagt nu ongeveer 14 biljoen dollar, tegen 3 biljoen dollar voor de crisis in 2008 uitbrak. En de vloed van liquiditeit loopt nog niet op zijn einde: het gezamenlijke balanstotaal van de centrale banken van de G3 zal nog tot minstens het derde kwartaal van 2018 blijven toenemen. In de loop van 2018 gaat de Amerikaanse centrale bank (Federal Reserve) haar effectenportefeuille verkleinen, maar hier staat tegenover dat de portefeuilles van de Europese Centrale Bank (ECB) en de Japanse centrale bank (Bank of Japan) blijven groeien, zij het in een langzamer tempo. Doordat het gezamenlijke balanstotaal van de centrale banken van de G3 toeneemt, wordt het renterisico effectief weggenomen en wordt het risico van een marktschok op de staatsobligatie-markten verminderd.
Volle kracht vooruit (maar pas op voor riffen)
Onder deze omstandigheden hoeft voorlopig nog geen einde te komen aan de goede tijden, vooral niet omdat veel beleggers niet echt een voldaan gevoel hebben. Zo er alsprake is van overvloedig enthousiasme, dan lijkt dat ook op zijn plaats. De waarderingen van risicovolle beleggingen worden gesteund door de robuuste groeiverwachtingen in zowel de ontwikkelde als de opkomende economieën en de aanhoudend lage rente en lage inflatie in heel 2018.
Het monetaire beleid in de ontwikkelde landen werkt het nemen van risico nog steeds in de hand. De afwezigheid van inflatiedruk wekt immers de verwachting dat de uitzonderlijke beleidsmaatregelen waarschijnlijk heel voorzichtig worden teruggedraaid. Ook wij zijn van mening dat geleidelijkheid het sleutelwoord blijft in het beleid van centrale banken en dat de balansverkorting door centrale banken, wanneer het eenmaal zo ver is, rustig op de achtergrond wordt uitgevoerd.
Grootste risico voor gunstige scenario
Het grootste risico dat we voor dit gunstige scenario zien, is dat de inflatie snel en duurzaam stijgt. Deze schittert nog steeds door afwezigheid. Zelfs na bijna tien jaar van onconventioneel monetair beleid is de gemiddelde inflatie nog steeds lager dan 3% wereldwijd en ligt het gemiddelde in de OESO-lidstaten rond 2%. Daarbij komt dat de grote economieën harder groeien dan het potentiële groeitempo en de volledige werkgelegenheid in zicht komt. Op dit moment leggen veel beleggers zich neer bij de gedachte dat grote, langdurige en wereldwijd actieve deflatoire krachten die voortvloeien uit technologische en demografische ontwikkelingen, ten grondslag liggen aan het paradigma van lage inflatie. Uit de waarderingen van marktindicatoren als langlopende swaps en geïndexeerde obligaties leiden we af dat beleggers verwachten dat de inflatie in de VS de komende tien jaar gemiddeld zo’n 2% zal bedragen. We zien weinig tekenen die duiden op een wezenlijke stijging van de wereldwijde inflatie en schatten de kans ook laag in dat de centrale banken hun inflatiedoelen in de komende jaren bereiken. Om deze redenen denken we dat het paradigma van lage inflatie en lage rente in 2018 voortduurt.
Kapitaal in grote overvloed
De waarderingen op de aandelenmarkten zijn naar onze mening weliswaar hoog, maar ook weer niet extreem hoog. Dit lijkt ons de verwachting te rechtvaardigen dat de bedrijfswinsten in 2018 toenemen en dat de markt dus stijgt bij constante waarderingsratio’s. We denken niet dat in 2018 stijgende rentes een verkoopgolf op de obligatiemarkten in gang zetten. Uiteraard doet de rentestand er wel toe. Denk maar aan de cursus Finance 101 – de koers van een aandeel is de verwachte stroom van toekomstige dividenduitkeringen, verdisconteerd tot de contante waarde op basis van een disconteringsvoet die een functie is van de rente en het verwachte groeipercentage van dividend. Als zodanig – ook al is het niet de enige variabele – zal het vooruitzicht dat de rente laag blijft, of slechts heel geleidelijk zal stijgen, de aandelenkoersen blijven steunen.
Wanneer we de beleggingsklassen rangschikken naar de perspectieven die ze bieden in 2018, dan zien we een sterk rendementspotentieel voor beleggingen in de opkomende markten. Zo zijn aandelen uit de opkomende markten sinds 2010 60% achtergebleven bij aandelen uit de ontwikkelde markten. Er is dus ruimte voor een positief relatief rendement, wellicht gesteund door een verder herstel van economieën en het wereldwijde beursklimaat.
Onder de door ons beschreven omstandigheden, en na bijna tien jaar van onconventioneel monetair beleid van de centrale banken van de G3, is liquiditeit in overvloed aanwezig en houdt de zoektocht naar rendement aan tegen een achtergrond van lage inflatie en lage rente.
(1) Met dank aan onze collega’s van de Quant Research Group van BNP Paribas Asset Management die vier periodes sinds 1927 hebben getraceerd waarin de S&P 500 11 maanden op rij hoger sloot. De meest recente hausseperiode van die omvang eindigde in januari 1959.
Ga voor meer informatie en onze volledige outlook naar: www.bnpparibas-am.nl
Dit materiaal is uitgegeven door BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT Nederland N.V.
(adres: Postbus 71770, 1008 DG Amsterdam).
Dit materiaal dient enkel ter informatie en is: geen voorstel of aanbod tot het aankopen of verhandelen van de financiële instrumenten hierin beschreven, en geen beleggingsadvies.
BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT Nederland N.V. heeft alle redelijkerwijs mogelijke zorg besteed aan de betrouwbaarheid van dit materiaal, echter aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten. De in dit materiaal opgenomen opinies zijn het oordeel van BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT Nederland N.V. op het gespecificeerde moment en kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaand bericht. BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT Nederland N.V. is niet verplicht de hierin opgenomen informatie en opinies te actualiseren of te wijzigen.