Verschillende centrale banken volgen de versoepeling van het monetaire beleid die de Amerikaanse Fed heeft ingezet. Daarmee is de kans op een zachte landing van de wereldeconomie toegenomen.
Maar gezien de politieke risico’s en de beperkte beleidsruimte wordt daar later mogelijk een prijs voor betaald in de vorm van een diepere en langere recessie. Dat stelt Joachim Fels, Global Economic Advisor van vermogensbeheerder Pimco.
De ECB, de Bank of Japan, de Reserve Bank of Australia en de Bank of England hebben hun toon gematigd, en ook in opkomende markten is sprake van een meer gematigde houding. De meest intrigerende en verstrekkende beleidsdraai blijft die van de Fed. De soepelere houding van de monetaire autoriteiten gaat in veel grote economieën samen met een expansief begrotingsbeleid. Dat is een groot verschil met het grootste deel van de recente hoogconjunctuur, benadrukt Fels: toen werd een ruim monetair beleid geheel of gedeeltelijk gecompenseerd door een restrictief begrotingsbeleid. ‘Fed en co’ verlengen nu de huidige groeifase. Het op gang houden van de hoogconjunctuur heeft wel een keerzijde, aldus Fels. Er is minder beleidsruimte als het economische klimaat omslaat.
Slecht voor de lange termijn
De Pimco-econoom verwijst in verband naar een artikel van collega Tiffany Wilding, waarin ze stelt dat de recente Fed-stap mogelijk geen reactie is op verslechterende macrodata of marktvolatiliteit, maar de voorbode van een fundamentelere beleidswijziging: het streven naar een hogere gemiddelde inflatie. Op die manier creëert de Fed meer beleidsruimte: als de inflatie hoger dan 2% is zodra een volgende recessie zijn intreden doet, dan kan de centrale bank de reële rente op een lager niveau krijgen dankzij de hogere geldontwaarding en zo de economie stimuleren. Fels vraagt zich af of de Fed er daadwerkelijk in zal slagen de inflatie omhoog te krijgen, aangezien de verwachtingen nu lager dan het huidige doel liggen. De ervaring van de Bank of Japan, waar een inflatiedoelstelling weinig opleverde, is volgens hem ‘ontnuchterend’. Blijft de inflatie relatief laag terwijl ook de beleidsrente lager ligt dan bij eerdere periodes van groei, dan is de ruimte om de reële rente fors te verlagen beperkt. Fels concludeert dan ook: “Een langere expansie door nu een meer stimulerend beleid te voeren, kan later resulteren in een diepere en/of meer langdurige economische neergang.”