Het is aan de overheden in de eurozone om de groei een impuls te geven, omdat het effect van een ruim monetair beleid lijkt uitgewerkt. “De kans dat het tot een overtuigend beleid komt is echter klein”, stelt Nicola Mai, fondsmanager bij Pimco.
“De eurolanden die de meeste begrotingsruimte hebben, zijn het minst bereid om hun begroting in te zetten. Ik denk daarbij vooral aan Nederland en Duitsland. Italië wil wel, maar heeft geen ruimte. Het gebrek aan effectieve contracyclische beleidsinstrumenten en politieke eenheid maken de monetaire unie kwetsbaar voor een volgende recessie. Bepaalde sectoren in Europa zijn wel aantrekkelijk, zoals banken, die hun balansen na de grote financiële crisis op orde hebben gebracht.”
Volgens Mai zijn er enkele disruptieve bedreigingen voor de eurozone: met een overschot op de lopende rekening van 3% van het bbp is de eurozone zeer gevoelig voor ontwikkelingen in de internationale handel; populistische partijen winnen invloed, en zijn voornamelijk anti-Europees. Dat maakt actie lastiger als er zich een crisis aandient; de vergrijzing; en op technologisch gebied heeft Europa behoorlijk terrein verloren aan de VS en China. De uitgaven aan R&D blijven achter, evenals de productiviteitsgroei.