De maatregelen van de Europese Centrale Bank (ECB) zijn nauwelijks verruimend, aangezien het tempo waarmee wordt opgekocht lager ligt dan de langjarige nominale bbp-groeitrend.
ECB QE 2.0 is door het voorraadeffect wel nuttig voor de markt, meent Robeco, maar ze kan zeker niet alle cyclische problemen bij bedrijfsobligaties oplossen. Er is deze keer minder kans op een gunstige internationale doorwerking van grensoverschrijdende Europese geldstromen naar credits in dollars, zoals in 2016, vanwege de vlakke Amerikaanse curves en de veel hogere valuta-hedgingkosten, ondanks de recente en verder verwachte rentverlagingen door de Fed.
De kwantitatieve verruiming door de ECB is door de ‘sugar rush rally’ van afgelopen zomer al grotendeels verdisconteerd. Toch denkt Robeco dat kredietwaardige (investment grade) bedrijfsobligaties in euro’s, als het ware onder de paraplu van de ECB, enigszins worden afgeschermd van de wereldwijde zwakte. Bij high yield constateert Robeco oplopende spreads. CCC’s blijven achter omdat deze bedrijven problemen hebben met de vertraging van de economische groei.
Amerikaanse investment grade-obligaties zijn nu aantrekkelijker dan die in euro’s. Net zoals bij Europese high yield-obligaties heeft de zoektocht naar rendement zich niet verder naar beneden doorgezet binnen het Amerikaanse creditspectrum. Papier van lagere kwaliteit heeft niet geprofiteerd van de rally omdat BB’s uitstekend presteerden.