Doordat opkomende markten wat achter lopen bij de huidige bullmarkt, is juist daar waarde te vinden, stelt Scott Berg, portfolio manager Global Growth Equity Strategy bij T. Rowe Price.
Beleggers worden in 2020 geconfronteerd met een reeks uitdagingen en kansen. De markten zijn bijna op het hoogste niveau en terwijl bullmarkten doorgaans hun einde vinden in extremen of crises, zijn er zorgen over de leeftijd van deze specifieke bullmarkt, vooral gezien het feit dat de wereldeconomie in 2019 is vertraagd. Doe daar een schep geopolitieke zorgen over de Amerikaanse presidentsverkiezingen, de handelsoorlogen en de spanningen in het Midden-Oosten bovenop, en het wordt beleggers dan toch wel gemakkelijk gemaakt om naar ‘safe havens’ om te kijken.
Aan de andere kant, we leven in een wereld van lage of zelfs negatieve rente, met centrale banken die proactief stimuleren of daarvoor voorbereidingen treffen. De economische vooruitzichten wijzen op stabiliteit tot een milde verbetering in 2020, en met waarderingen die niet extreem zijn, blijven aandelen volgens Berg nog altijd een goede optie.
De aandelenmarkten hebben eind 2019 goed gepresteerd. Nu moet een verbetering van de groei en de economische activiteit zichtbaar worden om de recente marktwinsten te onderbouwen. Aandelenmarkten zijn goede voorspellers en hebben de neiging om vooruit te kijken. Wat dat aangaat, is er niet zo heel veel ruimte voor teleurstelling en 2020 zal daarom flexibiliteit in de portefeuilles vereisen om de risico’s die ongetwijfeld komen aan te pakken. Denk hierbij aan mogelijke winstdalingen en een sectorrotatie die kan ontstaan door een onverwachte cyclische versnelling of teleurstelling.
Waarde valt te vinden in EM
Waarde kan zeker nog gevonden worden in de opkomende markten, meent Berg. Daar is nog een nauwe correlatie tussen de aandelenmarkten en economische data. De opkomende markten hebben nog niet de winsten weten te realiseren, zoals in de VS. In veel individuele landen bleef het opwaarts potentieel beperkt door de groeivertraging van de wereldeconomie en de sterke dollar. Op middellange termijn is de economische verwachting voor opkomende markten echter positief met stijgende bedrijfswinsten na een moeilijk 2019.
Opkomende markten zijn heterogeen en kunnen niet op een grote hoop geveegd worden. Daarom benadert Berg dit brede beleggingsspectrum vanuit vier invalshoeken:
China
China is zo groot en belangrijk, dat dit een categorie op zich is. De Chinese economie is aanzienlijk vertraagd, maar groeit nog altijd veel sneller dan de ontwikkelde wereld. Wel kent de tweede economie ter wereld uitdagingen in het financiële systeem en door de transitie van de economie. Aantrekkelijk zijn sectoren als consumententechnologie en gezondheidszorg. Deze sectoren zullen blijven presteren, ongeacht of de economie vertraagt.
Op export georiënteerde landen
Landen die op de export gericht zijn, liggen met name in Noord-Azië, zoals Zuid-Korea en Taiwan. Het zijn eigenlijk ontwikkelde economieën met een belangrijke positie in de technologie-keten. Er is een verbetering te verwachten in de kapitaalbestedingen in IT en halfgeleiderindustrie in 2020. Berg geeft echter de voorkeur aan soortgelijke bedrijven in de ontwikkelde landen, met name omdat de governance-standaard daar hoger ligt.
Landen met blootstelling aan grondstoffen
Landen zoals Rusland, Zuid-Afrika, Brazilië en in het Midden-Oosten worden door met name de grondstoffencyclus en energieprijzen gedreven. Berg is onderwogen in deze landen, gegeven de negatieve outlook voor commodities en de lage groei van de wereldeconomie.
Demografische factoren
De vierde invalshoek vindt Berg het meest interessant. Het gaat om die opkomende economieën die gedreven worden door demografische factoren, waar een groeiende populatie de consumptie aanjaagt en inwoners hard werken voor een beter bestaan. Dat creëert aantrekkelijke kansen voor banken en consumentenbedrijven. De vijf opvallendste landen in deze categorie zijn India, Indonesië, Filippijnen, Vietnam en Peru. Volgens Berg liggen hier de beste kansen op de lange termijn.
Gericht op binnenlandse markt
Terwijl de mondiale consumptie in de eindfase van de cyclus afneemt, is er groei te vinden in Zuidoost-Azië, India en China. De beste manier om blootstelling aan structurele groei van de consumptie daar te krijgen, is via bedrijven die gericht zijn op de binnenlandse markt, met producten die aansluiten bij de lokale smaak en voorkeur. Een ander voorbeeld is de bankensector. In Europa en Japan kampen banken met ultra-lage of negatieve rente, maar in India en Indonesië ligt de rente veel hoger en noteert de nominale groei van het BBP boven de 10%. Daar hebben banken groeipotentieel, ook door de lage penetratie van de consumentenmarkt.
Wat volgt?
In tijden als deze – met bovengemiddelde waarderingen, een volwassen economische cyclus en geopolitieke onzekerheden – hebben beleggers de neiging om steeds nerveuzer te worden en kunnen ze steeds meer op de korte termijn gericht zijn. Dat is het moment dat ervaring en het vermogen om de marktbewegingen op korte termijn te doorzien waardevol zijn. Aangezien de ontgoocheling van beleggers ten aanzien van opkomende markten in de afgelopen jaren abnormaal hoog is geworden, ziet Berg nu een duidelijke kans en blijft hij daarom overwogen in wat hij de interessantste EM-segmenten vindt.