De huizenmarkt verbetert wereldwijd, maar heeft nog een lange weg te gaan. Dat vindt een aantal macro-economen van Standard Life Investments, met in de voorhoede Jeremy Lawson.
De huizenmarkt profiteert van lage rente, beschikbaarheid van krediet en herstel van de economie. 2014 was een goed jaar voor de huizenmarkten. In 17 van de 23 ontwikkelde landen stegen de nominale huizenprijzen.
Vijf van de zes landen waar de prijzen daalden liggen in de eurozone. Het roept de vraag op of er weer sprake is van overwaardering op de huizenmarkt. Nee, antwoordt macro-econoom Jeremy Lawson van Standard Life Investments. Gecorrigeerd voor inflatie liggen de nominale huizenprijzen nog altijd lager dan hun piek.
Tapering
Lawson ziet dus nog geen overwaardering in de markt. Gemiddelde prijzen vlakken altijd individuele verschillen uit, maar er zijn wel landen die gevaar lopen voor een significante correctie van de huizenmarkt.
Hoe reageert bijvoorbeeld de huizenmarkt in de Verenigde Staten op tapering?” De VS heeft nog een lange weg te gaan voordat de huizenmarkt weer gezond verklaard kan worden. Een sterke huizenmarkt is goed voor de economie. Onduidelijk is nog wat de impact van een renteverhoging voor de huizenmarkt zal zijn.”
De indicatoren verzwakten volgens Lawson en zijn collega’s in 2013 toen er sprake was van tapering. “De reactie van de huizenmarkt op een hogere rente is een belangrijke factor om te monitoren. Die onzekerheid is reden waarom een aantal Fed-leden liever eerder dan later zo’n stap zet, zodat er tijd is om de impact ervan in de gaten te houden en het beleid erop af te stemmen.”
Uitbreiding in Europa
De Europese huizenmarkt is zo divers als de Europese Unie (EU) zelf, aldus Lawson. Elk land reguleert het aanbod en de hypotheekmarkt anders. Met het herstel in de eurozone zijn er ook positieve signalen over de huizenmarkten in zowel de kernlanden als de periferie. Duitse huizenprijzen stijgen en op de Spaanse markt treedt stabilisatie op. Ook de bouwsector laat herstel zien.
De omstandigheden op de Japanse huizenmarkt veranderen, zo stelt zijn collega Govinda Finn. “Maar van een bubbel is nog zeker geen sprake. Toch neemt de regering maatregelen om oververhitting van de huizenmarkt te signaleren, hoewel het zover nog lang niet is.” Finn vindt het prematuur om zich zorgen te maken over een huizenbubbel in Japan.
Last but not least qua belangrijkheid is er dan nog China. Dat land is over zijn de top heen, meent Finn. De groei in China dreef voor een groot deel op de vastgoedmarkt. Investeringen in de vastgoedsector zijn gestegen van 4% van het bbp eind jaren negentig tot 15% in 2014.
Vorig jaar was een keerpunt: prijsstijging vertraagde, transactievolume daalde en investeringen zwakten af. “China’s beleidsmakers zien het belang van de sector voor de economie en nemen maatregelen om de vertraging op te vangen. Zo moet voorkomen worden dat de kwakkelende vastgoedsector de rest van de economie meesleurt.” Die maatregelen geven steun op de korte termijn, maar de bouwactiviteit zal niet substantieel verbeteren op de lange termijn, denkt Finn. “Zolang het overaanbod niet uit de markt verdwenen is, zal de huizenmarkt een rem op de economische groei vormen.”