India opnieuw een kroonjuweel?

1

Ongeveer een jaar geleden kwam Narendra Modi in India aan de macht. Kijken we naar de voortgang die is bereikt met het doorvoeren van hervormingen, dan is het glas halfvol. Verder zijn de externe risico’s afgenomen sinds de marktturbulenties in 2013.

India opnieuw een kroonjuweel?Met een verwachte economische groei van 7,5% passeert het land China dit jaar als snelst groeiende opkomende reus. India is nog wel minder ontwikkeld dan China. Dit onderstreept ook het potentieel voor een inhaalslag, zeker als het land doorgaat met hervormen.

Ondanks de opgetreden verbeteringen blijft India kwetsbaar voor omslagen in het marktsentiment, bijvoorbeeld in het geval de Fed de rente sneller zou verhogen dan verwacht. Ook uitstel van hervormingen vormt een risico.

Inhaalslag

Tijdens de Britse overheersing (1858-1947) werd India vaak aangeduid als ‘Juweel in de Kroon’, vanwege de Britse toegang tot de natuurlijke hulpbronnen van het land. In termen van economische groei lijkt India zich heden ten dage opnieuw tot kroonjuweel in Azië te ontpoppen.

In onze laatste Visie op Azië, ‘India compenseert groeivertraging China’, gaven wij aan dat door de medio februari gepresenteerde herziening van de bbp-methodiek de economische groei 1,5 à 2 procentpunt hoger uitvalt.

Wij verwachten nu dat de Indiase economie in 2015 en 2016 met 7,5% groeit. Dit houdt in dat India dit jaar al China, waar de groei geleidelijk vertraagt naar een geraamde 7% in 2015-16, inhaalt als snelstgroeiende opkomende reus.

China is wel veel meer ontwikkeld dan India. Tussen 1995 en 2004 is het bbp in China per hoofd van de bevolking (in nominale dollartermen) meer dan vertienvoudigd en in India verviervoudigd. In 2014 was het Chinese bbp per hoofd vier keer zo hoog als het Indiase. Bovendien vormt armoede nog altijd een veel groter probleem in India.

Ongeveer 30% van de Indiase bevolking leeft onder de (nationale) armoedegrens tegen 13% in China. De levensverwachting in India is 65 jaar en in China 76 jaar en het alfabetisme respectievelijk 74% en 95%. Deze verschillen in ontwikkeling geven ook aan dat India nog een flinke inhaalslag kan maken, zeker als de noodzakelijke hervormingen worden doorgevoerd. Ook de gunstige demografische situatie steunt het groeipotentieel.

Politiek en lagere olieprijzen

Ook de dynamiek na de verkiezingen en de daling van de olieprijzen hebben de groei gesteund. Op basis van de nieuwe methodiek steeg de groei in het derde kwartaal van 2014 tot 8,2% jaar-op-jaar. In het vierde kwartaal vertraagde de groei wat, doordat de consumptie afzwakte en de export verder kromp, maar met 7,5% was deze nog steeds relatief hoog.

Wel blijven de investeringen vrij zwak, ondanks overheidsinitiatieven om de infrastructurele uitgaven te vergroten. Toch is de industriële productie recent versneld tot 5% jaar-op-jaar in februari, gesteund door een aantrekkende groei in de verwerkende industrie.

De stemming onder ondernemers is sinds medio 2013 duidelijk verbeterd. De PMI voor de verwerkende industrie is licht gedaald sinds december 2014 (toen een driejaars hoogtepunt werd bereikt), maar is met 52,1 nog altijd robuust.

De PMI voor de dienstensector is verbeterd van gemiddeld 46,7 in het derde kwartaal van 2013 naar gemiddeld 53,1 in het eerste kwartaal van 2015. Per saldo fluctueerde de samengestelde PMI de laatste maanden rond de 53,5, waar deze een jaar eerder nog beneden de neutrale grens van 50 uitkwam.

Structurele hervormingen

In haar eerste jaar heeft de Modi-regering een aantal hervormingen in gang gezet. Zo is de arbeidswetgeving verbeterd en zijn stappen gezet om het complexe systeem van belastingen en subsidies te hervormen, staatsmonopolies open te breken en de de financiering van deelstaten te stroomlijnen. De voortgang met een aantal gevoelige zaken, zoals de hervorming van het grondbezit, is echter minder indrukwekkend.

De complexe federale structuur blijkt soms een sta-in-de-weg. De BJP van Modi heeft geen meerderheid in de Senaat, die het laatste woord heeft in belangrijke dossiers zoals het grondbezit. Ook spelen de deelstaatregeringen een belangrijke rol. Het valt te bezien of bestaande plannen werkelijk worden uitgevoerd. Wel vaart de regering van Modi een meer op groei gerichte koers dan in jaren het geval is geweest. Bovendien heeft de regering een sterk mandaat. Al met al denken wij dat het glas half vol is.

Mede door dalende olieprijzen is de inflatie afgenomen van ongeveer 10% jaar-op-jaar eind 2013 naar momenteel circa 5%. Wij verwachten dat de jaarinflatie daalt van 7,2% in 2014 naar 6% in 2015. Daarmee blijft het inflatiedoel van de centrale bank (RBI) van 6% begin 2016 binnen bereik. De RBI verdient lof voor het beleid dat zij sinds medio 2013 volgt. Hierdoor is India minder gevoelig geworden voor marktonrust.

De verlaging van de beleidsrente in januari en maart met in totaal 50 basispunten (naar 7,5%) was niet verrassend in tegenstelling tot de precieze timing ervan. Desondanks is de kredietgroei zwak gebleven. Op de reguliere vergadering in april liet de RBI de rente ongewijzigd. Volgens ons is er nog ruimte voor een of twee rentestappen van 25 basispunten, maar zoals de RBI-president onlangs aangaf is verdere verruiming afhankelijk zijn van de economische cijfers die zullen uitkomen.

Tot slot

De externe positie van India is duidelijk verbeterd ten opzichte van enkele jaren geleden. Het tekort op de lopende rekening is geslonken van 5% van het bbp in 2012 naar 1,3% in 2014. Dit was vooral te danken aan de monetaire verkrapping, invoerbeperkingen voor goud en de olieprijsdaling. Recentelijk is het handelstekort weer toegenomen, omdat de uitvoer krimpt en de goudinvoer aantrekt nu restricties zijn versoepeld.

Omdat de invoerkosten van olie afnemen, komt het tekort op de lopende rekening dit jaar weer uit op circa 1,5% van het bbp. Ook dankzij de verdere stijging van de deviezenreserves (deze dekken circa zes maanden invoer en drie maal de kortlopende schuld) is de externe positie minder risicovol geworden.

India is minder kwetsbaar dan tijdens de marktonrust in 2013 toen zorgen over de afbouw van monetaire stimulus in de Verenigde Staten kapitaaluitstroom uit opkomende markten voedde. De groei- en hervormingsvooruitzichten en de externe positie zijn nu beter. Dit blijkt ook uit ratingontwikkelingen. Sinds 2007 delen de drie grote ratinginstituten India in de laagste investment grade in.

Maar inmiddels hebben S&P en Fitch een stabiele outlook (begin 2013 was deze negatief), terwijl Moody’s nu een positieve outlook heeft. Toch blijft India afhankelijk van buitenlands kapitaal en dus gevoelig voor omslagen in het marktsentiment. Bijvoorbeeld wanneer de Fed de rente sneller dan verwacht verhoogt. Uitstel van hervormingen vormt een gerelateerd risico. Al met al blijven hervormingen cruciaal voor India om opnieuw een kroonjuweel in Azië te worden.

Deel dit artikel

Over de auteur

Arjen van Dijkhuizen

Arjen van Dijkhuizen is senior econoom bij ABN Amro.


Kennispartners

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten