Markten vechten met bekende onbekenden

0

Griekenland hield beleggers deze week in de ban naarmate de impasse tussen het onder schuld gebukte land en de bewakers van de financiële reddingsoperatie zijn climax naderde. De langdurige gesprekken om een dreigende wanbetaling te voorkomen, lopen duidelijk ten einde.

Markten vechten met bekende onbekendenZolang de financiële markten weinig hinder van de toestand ondervinden, is de kans dat er vóór de echte deadline vooruitgang wordt geboekt volgens mij klein. Maar zelfs de datum van die deadline is onduidelijk. Is dat eind juni als Griekenland een bedrag aan het Internationaal Monetair Fonds (IMF) moet terugbetalen?

Of zal de regering een aflossingsvrije periode van dertig dagen inroepen voor ze in gebreke kan worden gesteld? Het zou ook medio juli kunnen zijn als Griekenland schulden aan de Europese Centrale Bank (ECB) moet aflossen. Omdat er zoveel onbekenden zijn, verwacht ik dat de markten volatiel blijven.

Opleving VS is feit

De cijfers van de Amerikaanse industriële sector en van de consumenten- en huizenmarkten werpen een breed licht op de economie en bevestigden ons standpunt dat de opleving een feit is, zelfs al heeft de verwerkende industrie het moeilijk. De Empire State inkoopmanagersindex (PMI) van de maakindustrie voor de regio New York (de eerste regionale PMI voor deze maand) ging in het rood en wees op een lichte krimp in de sector.

Maar de index is niet zwak over de hele lijn. Segmenten verbonden met de consumptie, duurzame consumentengoederen en auto’s, doen het goed. Dat is minder het geval voor kapitaalgoederen: de dalende vraag vanuit de energiesector drukte op de productie van apparatuur.

Naast de positieve cijfers van de arbeidsmarkt en bemoedigende signalen van loonsverhogingen, liepen er ook positieve cijfers van de huizenmarkt binnen. Het vertrouwen onder huizenbouwers maakte onverwacht een sprong. Bouwvergunningen die doorgaans een indicatie zijn voor de toekomstige nieuwbouw bereikten in mei hun hoogste niveau sinds augustus 2007. De huizenbouw staat nog altijd aanzienlijk onder zijn piek van 2005, maar dat is alleen maar positief nieuws. Het betekent immers dat de markt nog kan groeien voor er een overaanbod komt.

De twee pijlers voor de consumptie, werk en huisvesting, zijn positief wat het consumentenvertrouwen en de uitgaven een impuls zou moeten geven. In juni steeg het vertrouwen inderdaad fors. In mei gaven de consumenten meer uit en de uitgaven voor april werden licht naar boven bijgesteld. De verkoop stijgt al drie maanden op rij met maar liefst 6,8% geannualiseerd over die periode.

Waarschuwing

Een waarschuwing toch: de vooruitzichten voor de Amerikaanse economie blijven schatplichtig aan een lage rente. De auto- en huizensector, die beide rentegevoelig zijn, doen het nu goed. Een eventuele normalisering van het monetaire beleid door de Federal Reserve zou dus geleidelijk moeten gebeuren. Na de meest recente vergadering van het Federal Open Market Committee (FOMC) verlaagde de Fed zijn groeiverwachtingen voor dit jaar op basis van de ontgoochelende groei in het eerste kwartaal.

De Fed gaat uit van een licht hogere werkloosheid eind dit jaar vergeleken met zijn verwachtingen in maart, maar aan de inflatieprognoses voor dit jaar en alle prognoses voor 2016 werd niet getornd. De mediane verwachting van de FOMC-leden voor de basisrente van de centrale bank bleef ongewijzigd op twee renteverhogingen van 25 basispunten dit jaar, maar de aanhangers van de harde lijn in het comité bonden wat in.

Voor volgend jaar en 2017 is de mediane verwachting nu 25 basispunten lager dan in maart. Het ziet ernaar uit dat de Fed zinspeelt op een renteverhoging in september, mogelijk gevolgd door een andere in december. De markten hadden vooral oog voor het geleidelijke tempo van die waarschijnlijke verstrakking.

Dankzij dit milde oordeel konden aandelen stijgen, terwijl de obligatierente en de Amerikaanse dollar daalden. Fed-voorzitster Janet Yellen minimaliseerde niet alleen het belang van de eerste verhoging, maar verklaarde ook dat de Fed niet mechanisch zou optreden. Verwacht dus geen renteverhoging bij elke FOMC-vergadering en mogelijk zelfs niet om de twee vergaderingen.

Bodem bereikt in China

De Chinese detailhandelsverkoop groeide met circa 10% jaar-op-jaar in de drie maanden tot mei en nu de inflatie daalt, ging de voor inflatie gecorrigeerde verkoop wat omhoog. De groei van de industriële productie versnelde licht. De totale kredietgroei vertraagde, maar op de lange termijn zou dat positief moeten zijn. Nog een teken dat de bodem mogelijk is bereikt, is het feit dat de prijzen en de verkoop van huizen in de vastgoedsector stabiliseerden. Er wordt minder gebouwd waardoor het grote aanbod van onverkochte huizen kan slinken.

Het is echter nog te vroeg om te stellen dat alle problemen nu van de baan zijn. In de verwerkende industrie en vastgoed zijn de investeringen relatief zwak, maar in infrastructuur stegen ze. Bovendien groeit het krediet nog altijd sneller groeit dan het bbp waardoor China nog geen oplossing voor zijn hoge en sti jgende schuldhefboom heeft.

Monetaire stimulansen in de vorm van renteverlagingen en lagere verplichte bankreserves kunnen het evenwicht in de economie niet herstellen. We zeggen dit niet voor het eerst: wereldwijd is de cyclus van monetaire versoepeling nog aan de gang. Dat de Bank van Korea en de Russische centrale bank begin juni zoals verwacht hun rente verlaagden, kan dit alleen maar bevestigen.

De Bank van Korea was een van de weinige centrale banken die zijn basisrente na de financiële crisis trachtte te verhogen, maar deze moest op die beslissing terugkomen. Deze week verlaagde de bank de officiële rente met 25 basispunten naar 1,5%, waarmee het niveau lager uitkomt dan in 2009. Deze maatregel kan gunstig uitpakken voor de exportsector die last heeft van een sterke Koreaanse won, vooral vergeleken met de Japanse yen.

De Russische centrale bank had redenen te over om de rente te verlagen en deed dit met 100 basispunten. De roebel steeg met 22,6% sinds zijn dieptepunt van eind januari waardoor de bank ruimte kreeg om een economie in recessie te ondersteunen. Een officiële rente op 11,5% suggereert dat er ruimte is voor meer, maar de bank waarschuwde al dat inflatierisico’s de mogelijkheden voor verdere maatregelen beperken.

Deel dit artikel

Over de auteur

Joost van Leenders

Joost van Leenders is hoofdeconoom bij het Multi Asset Solutions Team van BNP Paribas Asset Management.


Kennispartners

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten