Wereldwijd hebben 23 centrale banken hun beleid intussen verruimd in een poging de lamgeslagen wereldeconomie weer aan te slingeren. De grote vraag is of de centrale bankiers genoeg hebben gedaan, of dat nog meer verruiming nodig is. Dat verschilt per land, schrijft Jeremy Lawson, hoofdeconoom van Standard Life Investments, in de wekelijkse nieuwsbrief van SLI.
Lawson: “Met name de centrale bankiers uit de opkomende markten staan voor de complexe beslissing om te verruimen of niet. De groei is naar veel lagere niveaus teruggevallen, inflatie blijft gemiddeld en lage rentetarieven zijn nodig om de enorme schuldenbergen draaglijk te houden.” Structurele aanpassingen zijn volgens hem nodig. “China is hiervan het voorbeeld bij uitstek.”
Harde landing
“De People’s Bank of China is bezig met een balanceer-act”, schrijft zijn collega Alex Wolf. “Beleidsmakers moeten voldoende verruimen om een harde landing van de Chinese economie te voorkomen, maar niet te veel om de onevenwichtigheden niet nog erger te maken. Het lot van meer economieën hangt hiermee samen.”
De Amerikaanse Federal Reserve koerst nog altijd aan op een rentestap in de loop van dit jaar. Onlangs herinnerde voorzitter Janet Yellen de markt nog maar eens aan het risico van te lang te ruim beleid voeren. Al zou op korte termijn de rente omhoog gaan, het uiteindelijke niveau zal lager liggen dan in het verleden.
Ongemakkelijk
Volgens James McCann denkt de Europese Centrale Bank (ECB) nog niet aan het beëindigen van de kwantitatieve verruiming (hoewel daarop gehint werd), nu het economisch herstel in de Europese Unie aan momentum wint.
“Wel is door ECB-bestuurder Coeure aangegeven dat de ECB kan overwegen het tempo van QE aan te passen om eventuele door het opkoopprogramma ontstane verstoringen in de markt glad te strijken. Aan de andere kant kan het er ook op duiden dat de ECB zich ongemakkelijk begint te voelen bij de stijgende rente.”