Achter de deuren van Villa Protski

0

Het verhaal over de Amsterdamse vestiging van het Berlijnse bankiershuis Mendelssohn & Co is toch vooral het verhaal over de excentrieke Fritz Mannheimer. Waarom had hij zo veel tegenstanders? Het leven van de in 1890 geboren Mannheimer leest als een spannend boek.

Achter de deuren van Villa ProtskiAls zoon van een wijnhandelaar groeit de kleine Fritz op in Stuttgart. Hij studeert rechten aan de universiteit van Heidelberg en promoveert in 1911. Fritz gaat aan de slag bij een bank en houdt zich tijdens de Eerste Wereldoorlog bezig met de inkoop van grondstoffen voor de wapenindustrie. Zo ontstaat contact met het Berlijns bankiershuis Mendelssohn & Co. en met de Deutsche Reichsbank.

Mannheimer wordt in 1916 door deze banken naar Amsterdam gestuurd voor het uitvoeren van internationale transacties en hij blijkt daarin uiterst succesvol. Al snel groeit Fritz uit tot een opvallende persoon in de Amsterdamse bankwereld. Hij is pas dertig jaar oud als hij de leiding krijgt over de Amsterdamse vestiging van de vooraanstaande Duitse bank Mendelssohn & Co.

Geliefd én gehaat

De zwaarlijvige Mannheimer wordt omschreven als niet erg sociaal, lomp en bepaald niet betrouwbaar. Toch weet hij met zijn uitstraling en charme heel veel mensen om zijn vinger te winden. Hij maakt daarbij in eerste instantie handig gebruik van de economische situatie in zijn thuisland. Na de Eerste Wereldoorlog probeert Duitsland de draad weer op te pakken, het land op te bouwen en aan de herstelbetalingen te voldoen.

De Duitse munt heeft het zwaar en de koers wisselt behoorlijk. Rechtstreeks contact vanuit Duitsland met de belangrijke financiële centra in de wereld is er niet. Zijn positie in Amsterdam geeft Mannheimer mogelijkheden om kredieten aan zijn thuisland te verlenen en steunoperaties tot stand te brengen.

Steeds vaker kijkt hij ook verder buiten de grenzen. Halverwege de jaren twintig wordt de financiële situatie van Duitsland stabieler. Mendelssohn & Co. in Amsterdam verleent kredieten aan Duitse bedrijven en lagere overheidsinstellingen via de Nederlandse markt. De Amsterdamse bank profiteert en groeit uit tot een belangrijke speler.

Neusje voor de beurs

Mannheimer voelt haarfijn aan wat de beurs doet, weet de juiste contacten te leggen en grote pakketten aandelen onder te brengen. Maar lang niet iedereen is even blij. Als hij aan het begin van de jaren dertig het Nederlandse staatsburgerschap aanvraagt, gaat dat allesbehalve soepel. Hij wordt ervan beschuldigd geld te hebben verdiend met speculaties tegen de gulden en zou zelfs een bedreiging vormen voor de samenleving, zo zeggen tegenstanders.

Hij krijgt hulp van een aantal prominente vrienden, onder wie regeringsleider Hendrikus Colijn en Leonardus Trip, de president van De Nederlandsche Bank (DNB). In 1936 krijgt hij uiteindelijk toch het staatsburgerschap. Dat hij niet bij iedereen goed valt, komt ook door zijn extravagante gedrag. Mannheimer is een opvallende verschijning.

Mannheimer rijdt rond in een Rolls-Royce, pronkt openlijk met zijn rijkdom en woont in een luxueuze villa aan de Hobbemastraat 20 in Amsterdam, gekscherend ook wel ‘Villa Protski’ genoemd. Hij beschikt bovendien over een immense collectie schilderijen, betaald door de bank. Om zijn schulden te vereffenen, wordt de verzameling voor vele miljoenen guldens verkocht. Maar vervolgens huurt Mannheimer de kunstcollectie gewoon weer.

Triest einde

Ondertussen verkeert de bank, net als alle andere particuliere banken in deze crisisjaren, in flinke problemen. Het bevriezen van Duitse kredieten heeft grote invloed. En de nationaalsocialistische regering in Duitsland neemt joden hun bedrijven af. Dat betekent het einde van de Berlijnse vestiging van Mendelssohn & Co.

Mannheimer doet verwoede pogingen om het hoofd boven water te houden. Oude schulden worden vervangen door nieuwe obligaties met een lagere rente. Maar de bodem is in zicht en er zijn grote liquiditeitsproblemen. Hij trouwt met de Braziliaanse Marie Reiss en vertrekt begin augustus naar zijn buitenverblijf in de buurt van Parijs.

Daar overlijdt hij op 9 augustus 1939, op 48-jarige leeftijd, aan een hartinfarct. Mendelssohn & Co. in Amsterdam is niet meer te redden. De Duitse bezetter gaat er met de kunstverzameling vandoor. Na de oorlog keert de collectie terug naar Amsterdam. Een deel ervan is nog steeds te zien in het Rijksmuseum. Op kruipafstand van Villa Protski.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie The Asset

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website en nieuwsbrief van The Asset. Het team brengt met name nieuws en visies die interessant zijn voor beleggingsprofessionals.


Kennispartners

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten