De nieuwste GEAR-indicator van Fidelity International schetst geen eenduidig beeld van de eurozone. Voor de gehele eurozone zijn de economische cijfers negatief, maar Frankrijk, Italië en Spanje doen het juist beter dan verwacht en hetzelfde geldt voor niet-eurozonelanden Zweden en Zwitserland. De GEAR (Gauges of Economic Activity in Real Time) is een eigen indicator van Fidelity International met maandelijkse cijfers van de economische activiteit in verschillende ontwikkelde en opkomende markten.
“Voor de gehele eurozone is de samengestelde GEAR naar een nieuw dieptepunt gezakt. Er is nauwelijks nog sprake van groei. Dat heeft vooral met Duitsland te maken. Na bijna twee jaar van groeivertraging wijst de GEAR daar nu op een inkrimping van de economie”, zegt analist Ian Samson. Hij voegt daar meteen aan toe dat het beeld wel genuanceerd is. “Frankrijk, Italië, Spanje, Zweden en Zwitserland hebben een hogere GEAR-waarde dan het algemene cijfer voor de eurozone.” In andere ontwikkelde markten blijft het economische beeld troebel. De groei in de VS is teruggevallen tot het niveau van 2016, maar is nog steeds beter dan in veel andere ontwikkelde landen.
De Britse GEAR is opnieuw gedaald, maar het derde kwartaal zou een marginale groei moeten laten zien. Ook de Japanse GEAR daalde en blijft op krimp wijzen. Over het geheel schetst de GEAR een beeld van een zwakke wereldeconomie. “De komende maanden worden de aankoopmanager-indexen (PMI) belangrijk”, zegt Ian Samson. “We zullen vooral uitkijken naar tekenen dat de eurozone eindelijk opleeft en of de vertraging in de VS doorzet.”
Hij vervolgt: “Wereldwijd zijn de rentes op staatsobligaties sterk gedaald. Samen met positieve PMI-cijfers en een handelsakkoord tussen de VS en China kan dat de wereldeconomie aanjagen. Een verdere daling van de wereldwijde economische activiteit daarentegen zal ontnuchterend werken voor beleggers en tot sombere vooruitzichten leiden.”
