Uitgerekend Rabobank moest Friesland Bank in 2012 redden van de ondergang. Het is de ironie in de tragedie van een bank die zich nog geen halve eeuw eerder fel verzette tegen het ‘Rabobank-model’.
Het is Jan Kuperus die het allemaal welletjes vindt. De kersverse directeur van de Coöperatieve Zuivelbank heeft in 1962 definitief genoeg van het lidmaatschap van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank. Kuperus mag met zijn bank namelijk geen kant op. Raiffeisen heeft kantoren buiten Leeuwarden verboden. Om nog maar te zwijgen over de beperkte kredietverstrekking vanuit de centrale bank.
Kuperus heeft maar één keuze. Wil hij groeien met zijn bank, dan moet hij het lidmaatschap met Raiffeisen opzeggen. En dat is ook precies wat de Coöperatieve Zuivelbank doet. Cru is het vervolgens om te constateren dat na ruim een halve eeuw uitgerekend de Rabobank, de opvolger van de Centrale Raiffeisen-Bank, de bank moet redden van de ondergang.
Volksstrijd
In eerste instantie is van een falen overigens geen sprake van. Verre van zelfs. De keuze van Kuperus is gewaagd. Friese media spreken over een ‘volksstrijd’ onder de verschillende, lokale boerenleenbanken. Maar de beslissing pakt juist goed uit. Nieuwe kantoren springen in heel Friesland de grond uit. Het resulteert in nieuwe hoeveelheden spaargeld.
Met dat spaargeld als fundering kan de bank vervolgens wél voldoen aan de kredietbehoefte van zijn klanten. Die klanten bestaan dan nog vooral uit agrarische ondernemingen. Maar dat verandert. Ook particulieren kunnen zich voor meer en meer bankproducten melden bij de Coöperatieve Zuivelbank. Die nieuwe dienstverleningsvormen leiden in 1970 tot een nieuwe naam: Friesland Bank.
Kuperus gaat in 1991 met pensioen. Hij laat de grootste, onafhankelijke provinciale bank van Nederland achter. Maar in 2012 is daar niets meer van over. Over de precieze oorzaken achter de val verschillen de meningen. Zo stelt Reinder Kuperus (inderdaad, zoon van Kuperus senior) in FriesJournaal dat de bank in de jaren negentig het bankieren is verleerd. “Er klonken zelfs geluiden dat echt bankieren, het aantrekken van geld en weer uitlenen, niet meer hoefde, omdat ze met beleggen wel genoeg verdienden.”
Volgens Kuperus junior ondergaat de bank in die periode bovendien een mentaliteitsverandering, die niet past bij de nuchtere, Friese normen en waarden waarmee de bank zich ooit had onderscheiden. Ter illustratie wijst hij op de glazen koepel op het voormalig hoofdkantoor in Leeuwarden. “Wat had dat voor zin, al die lege kubieke meters? Je bent toch geen beleggingsfonds dat een gebouw met prestige in de portefeuille moet hebben?”
Nekslag
Vast staat in ieder geval dat de economische crisis de fouten van Friesland Bank definitief onthult. Met een belang van 23% in Van Lanschot als definitieve nekslag. Directeur Douwe Keizer besluit daar in 1994 toe. Volgens Reinder Kuperus voorspelt vader Jan op dat moment al dat Friesland Bank zich “vroeg of laat vertilt aan die aanschaf”.
Dat blijkt. De beurswaarde van Van Lanschot is in 2007 nog 2,6 miljard euro. Maar in 2011 is daar nog maar 0,9 miljard euro van over. Het maakt dat de cijfers van grootaandeelhouder Friesland Bank donkerrood kleuren. De nieuwe Basel-richtlijnen die voortvloeien uit de kredietcrisis maken bovendien dat Friesland Bank zijn eigen vermogen dient te versterken. Maar pogingen mislukken om extern kapitaal aan te trekken. Een overname is eind 2011 de enige oplossing. De Nederlandsche Bank (DNB) houdt in eerste instantie een fusie met de Haagse NIBC tegen.
Pas later blijkt volgens het Financieele Dagblad waarom. Rabobank heeft in eerder stadium al 750 miljoen euro aan Friesland Bank geleend. Verslechtert de situatie bij de bank nog verder, dan heeft Rabobank de mogelijkheid de bank over te nemen. Andere overnamegegadigden dienen dus éérst die 750 miljoen af te lossen.
En dat bedrag is het relatief kleine NIBC te groot. Gevolg is dat Friesland Bank in 2012 na 99 jaar zijn zelfstandigheid kwijt is. Jan Kuperus maakt dat niet meer mee. Hij overlijdt een jaar eerder. En volgens zoon Reinder is dat maar goed ook. “Hij zou er een hartstilstand door hebben gekregen.”