De uitvoeringskosten van pensioenfondsen zijn vorig jaar licht gedaald. De kosten van het vermogensbeheer, uitgedrukt als percentage van het belegde vermogen, daalden van 0,54 naar 0,52% en de transactiekosten gingen terug van 0,09 naar 0,08%. De kosten van beheer en administratie bleven met 122 euro per deelnemer constant. Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van actuarieel adviesbureau Lane Clark & Peacock (LCP).
Het is voor het vierde jaar dat de uitvoeringskosten in kaart zijn gebracht. De Pensioenfederatie en LCP hebben voor het onderzoek de jaarverslagen van 241 pensioenfondsen verzameld, samen goed voor 99% van de pensioenfondsenmarkt. LCP heeft de jaarverslagen geanalyseerd en op basis daarvan het onderzoeksrapport opgesteld. Uit het onderzoek komt naar voren dat inmiddels vrijwel alle pensioenfondsen in hun jaarverslag rapporteren over de kosten die ze maken.
De meeste fondsen volgen daarbij de aanbevelingen over kostentransparantie die de Pensioenfederatie daarover in 2011 heeft opgesteld. Over 2014 heeft 96% van de deelnemende fondsen inzicht gegeven in de kosten van pensioenbeheer, 95% in de kosten van vermogensbeheer en 77% in de transactiekosten die samenhangen met dat vermogensbeheer. Gerelateerd aan fondsvermogen waren deze percentages zelfs nagenoeg 100, 98 en 95%.
Kosten verantwoorden
LCP constateert dat vrijwel alle fondsen kosten verantwoorden, maar ook dat een aantal pensioenfondsen de aanbevelingen van de Pensioenfederatie nog steeds niet compleet toepast. Jeroen Koopmans, partner bij LCP: “Daardoor zijn kosten- en rendementscijfers niet altijd onderling volledig vergelijkbaar. Ook bevelen wij de fondsbesturen aan om de uitvoeringskosten te vermelden bij de kerncijfers in het openbare jaarverslag, en uitgebreider verantwoording af te leggen over nut en noodzaak van de gemaakte kosten.”
Volgens Koopmans zijn de mate van inzicht en het kostenniveau in 2014 vergelijkbaar met een jaar eerder. “Een punt van kritiek betreft de mate waarin het bestuur verantwoording aflegt over de gemaakte kosten. LCP ziet graag een kwalitatieve toelichting hiervan. Het is en blijft belangrijk voor fondsen om te laten zien dat ze kosteneffectief werken in relatie met hun doelstellingen”, aldus Koopmans.
Voortvarende besturen
De Pensioenfederatie constateert dat de pensioenfondsen sinds het uitbrengen van de ‘Aanbevelingen Uitvoeringskosten’ in 2011 voortvarend aan de slag zijn gegaan met het in kaart brengen van en rapporteren over kosten. “De Nederlandse pensioensector is op dit gebied nationaal en internationaal een voorloper. In veel andere landen is men zeer geïnteresseerd in de manier waarop dit in ons land is opgepakt”, zegt Anne Laning, voorzitter van de commissie Verslaglegging en Uitvoeringskosten van de Pensioenfederatie.
Hij benadrukt dat verantwoording over kosten nog verder verbeterd kan worden. Daarnaast moet wat hem betreft ook de onderlinge vergelijkbaarheid nog beter. “We leggen momenteel de laatste hand aan een nieuwe versie van onze aanbevelingen die het onderling vergelijken van kosten nog beter moet maken. We verwachten deze begin volgend jaar te kunnen presenteren aan de pensioenfondsen.”
