Griekenland bezorgt markten geen koorts

0

Griekenland is opnieuw voorpaginanieuws, maar dit houdt beleggers niet echt wakker ondanks berichten dat de voornaamste schuldeisers een ’te-nemen-of-te-laten’-akkoord op tafel hebben gelegd. Of Griekenland het zal aanvaarden, blijft een open vraag. In de valuta- en obligatiemarken is de volatiliteit hardnekkig, in de aandelenmarkten is het rustiger.

Markten houden hoofd koel ondanks GriekenlandHet eindspel nadert nu het onder schuld gebukte land op 5, 12, 16 en 19 juni tegen terugbetalingen aan het Internationaal Monetair Fonds (IMF) aankijkt. Een bundeling van die bedragen in een enkele aflossing van 1,6 miljard euro op het einde van de maand zou Griekenland en zijn schuldeisers tijd geven om tot een overeenkomst te komen waardoor de resterende 7,2 miljard euro in het Griekse reddingspakket vrijkomt.

De harde standpunten van Griekenland over de pensioenen, de hervormingen van de arbeidsmarkt en de bezuinigingen bemoeilijken de onderhandelingen echter aanzienlijk. Een voorstel dat tot stand kwam tijdens een geïmproviseerde vergadering die onder meer de Duitse en Franse leiders en de hoofden van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank (ECB) en het IMF samenbracht, zal aan Griekenland worden voorgelegd.

Compromis?

Of Athene dit aanvaardt en in welke zin het voorstel verschilt van het plan dat Griekenland naar Brussel stuurde, is onduidelijk. Mogelijk komt er nog een compromis uit de bus, maar Griekenland kan ook voor een referendum of zelfs nieuwe verkiezingen opteren als toegeven onmogelijk blijkt. Ook dan zou Griekenland nog een overbruggingskrediet nodig hebben.

In de financiële markten bleef het Griekse risico tot nu toe geïsoleerd. De risicospreads op andere ‘perifere’ landen van de eurozone waaronder Italië, Spanje en Portugal stegen slechts licht, Spaanse aandelen presteerden in lijn met de EuroSTOXX 50 index, terwijl Italiaanse aandelen het zelfs beter deden.

Weinig doet vermoeden dat de nervositeit over het niveau van de staatsschuld in die landen binnenkort ten top stijgt. Verandert dit in geval van een wanbetaling door Griekenland of een ‘Grexit’? Wij denken van niet.

Met uitzondering van Griekenland is de groei in veel ‘perifere’ landen teruggekeerd, het beleggerssentiment krijgt steun van het programma voor kwantitatieve versoepeling van de ECB en internationale banken hebben hun posities in Griekenland afgebouwd. En zoals gezegd, verwachten wij geen wanbetaling of Grexit.

En dan de rest van Europa

Uit de cijfers blijkt dat er een economisch herstel ophanden is in Europa. De index van het economisch sentiment (ESI) wijst op een snellere groei dan de 1% van het eerste kwartaal. Versnelt de groei echter niet, dan nog zou de groei jaar op jaar 1,5% moeten bedragen voor 2015. Het tempo van de groei is globaal genomen in lijn met onze verwachtingen.

De ESI steeg aanzienlijk in Nederland, België en Frankrijk, maar daalde in Portugal. De dalingen in Italië volgden op sterke stijgingen in de vorige maanden. De index staat hoger in Spanje dan in alle andere grotere lidstaten van de eurozone.

In Duitsland daalde de werkloosheid acht maanden op rij naar zijn laagste niveau sinds 1991 en steeg de ESI boven het gemiddelde van de eurozone. Door een krappere arbeidsmarkt stijgen de lonen wat positief is voor de binnenlandse vraag en het evenwichtsherstel in de eurozone.

De cijfers van de geld- en kredietmarkt weerspiegelen de impact van de kwantitatieve verruiming door de ECB en wijzen er volgens ons op dat de kredietcyclus nu op een keerpunt staat. De zwakke kredietvraag is niet langer een tegenwind voor de groei, maar de bereidheid om te lenen biedt nog geen wind in de rug.

De reële inflatie hield stand op 0,3%, maar een kerninflatie van 0,9% jaar op jaar was hoger dan verwacht. Een trage stijging zou welkom zijn omdat dit het deflatiegevaar zou afwenden zonder de koopkracht van de consument echt aan te tasten. Mogelijk is het echter voorbarig om van een ommekeer in de inflatie te spreken: er is nog te veel overcapaciteit in de economie om grote inflatiedruk te krijgen.

De verklaringen van ECB-voorzitter Mario Draghi tijdens de laatste persconferentie trokken de aandacht van de markt. Hij waarschuwde immers voor hogere marktvolatiliteit waardoor de rente op de Duitse Bund en de euro stegen. Het programma van activa-aankopen verliep naar wens, aldus nog Draghi en hij bevestigde dat het tot september 2016 zou worden voortgezet. Nu het herstel op koers zit, kan de groei dit jaar hoger uitkomen dan de 1,5% die de ECB vooropstelde.

Een blik op de VS

In de Verenigde Staten maakten de privébestedingen pas op de plaats door lagere uitgaven voor auto’s, auto-onderdelen en benzine. Daaruit concludeer ik vooral dat een fors herstel van de bbp-groei minder waarschijnlijk is. Wij mikken nu op een groei in het tweede kwartaal van circa 1,0% (kwartaal op kwartaal geannualiseerd).

De autoverkoop maakte in mei echter een sprong naar zijn hoogste niveau in negen jaar en het consumentenvertrouwen daalde niet langer dankzij een sterke inkomensgroei en verbeteringen in de arbeids- en huizenmarkt. De Amerikaanse consumptie kan dus opleven.

De laatst bekendgemaakte ISM-index van de verwerkende industrie stond op 52,8. Dat is lager dan het grootste deel van 2014, maar hoger dan de eerste vier maanden van dit jaar. De maakindustrie blijft lijden onder een sterke Amerikaanse dollar, maar de binnenlandse nieuwe orders en wervingsintenties voeden de hoop op een opleving van de Amerikaanse groei.

Bescheiden wereldwijde groei

Onze wereldwijde voor het bbp gecorrigeerde PMI van de verwerkende industrie steeg licht en stelde slechts een bescheiden groei in het vooruitzicht. Het gemiddelde voor de opkomende markten was nagenoeg ongewijzigd, met aanzienlijke zwakte in Brazilië, Rusland, Zuid-Korea en Hongkong. De Tsjechische Republiek, Mexico en Vietnam vielen op in positieve zin en Zuid-Afrika zag een aanzienlijke verbetering.

Laten we tot slot de interessante ontwikkelingen in specifieke landen bekijken. In Japan stegen de lonen in een krappere arbeidsmarkt waarmee er een einde aan de periode van loondeflatie kwam. Vlakke reële lonen zijn een significante verbetering vergeleken met de vorige maanden na de druk op de lonen door een btw-gerelateerde opleving van de inflatie vorig jaar. Maar de kans op aantrekkende privébestedingen blijft erg klein.

In Australië liet de Reserve Bank de basisrente ongemoeid omdat ze nog altijd een zwakkere Australische dollar wil zien en verwacht. Een hoger dan verwachte bbp-groei verkleinde de kans op renteverlagingen waardoor de obligatierente steeg en de Australische dollar versterkte.

In lijn met de verwachtingen van de brede markt verlaagde de Reserve Bank of India de rente. Die stelde zijn groeiverwachtingen naar beneden bij op basis van de zwakke investeringen. De renteverlaging is dus deels gewoon een aanpassing aan de snel dalende inflatie in het voorbije jaar.

Deel dit artikel

Over de auteur

Joost van Leenders

Joost van Leenders is hoofdeconoom bij het Multi Asset Solutions Team van BNP Paribas Asset Management.


Kennispartners

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten