De Bank of Japan (BoJ) is de vijfde centrale bank die de rente tot in negatief territorium heeft verlaagd. Onderzoek van vermogensbeheerder Schroders wijst echter uit dat negative interest rate policy (NIRP) naast positieve effecten ook een aantal ongewenste negatieve langetermijneffecten met zich meebrengt.
De bankensector in ontwikkelde landen heeft de druk op de rentemarges na de financiële crisis weten op te vangen door de spreads tussen leen- en financieringskosten relatief constant te houden. De negatieve rente brengt echter grotere uitdagingen met zich mee.
De gevolgen daarvan konden alleen aan bedrijven worden doorbelast, niet aan de particuliere spaarders. Zorgen rijzen rond het operationele model van banken. Schroders ziet de stijging van de cost of money, terwijl de cost of capital daalt, als een duidelijk signaal dat er ongewenste neveneffecten zijn aan NIRP.
De kredietverlening groeit weliswaar. Maar het is de vraag of dat de verdienste is van NIRP. Het valt namelijk samen met een economisch herstel. Daarnaast zorgt de striktere regulering in minder bereidwilligheid bij de banken om krediet te verlenen. De Europese Centrale Bank (ECB) poogt met Long Term Refinancing Operations (LTRO’s) dit tegen te gaan.
Daarnaast wijzen de ontwikkelingen op de valutamarkt erop, dat NIRP niet bijdraagt aan een verzwakking van de munt. Een sterkere munt in landen met een negatieve rente wijst erop dat andere fundamentele factoren zwaarder wegen dan een toenemend verschil in rentetarieven.
Schroders concludeert dat NIRP maar beperkt effect sorteert in het stimuleren van een economie. Het is maar de vraag of een negatieve rente verantwoordelijk kan worden gehouden voor een verruiming van de kredietvoorwaarden. Het traditionele verdienmodel van banken komt onder druk te staan. NIRP heeft de potentie om grote uitdagingen te geven op de langere termijn.