Mario Draghi, president van de Europese Centrale Bank (ECB), kan vijf verschillende wegen inslaan tijdens de aankomende vergadering van de ECB op donderdag 3 december. Althans, zo ziet Paul Diggle dat. Hij is econoom bij vermogensbeheerder Aberdeen.
[1]Verlenging van het lopende opkoopprogramma tot na de aanvankelijk aangekondigde einddatum van september 2016.
[2] Verhoging van het maandelijkse opkoopbedrag voor obligaties tot boven de huidige 60 miljard euro.
[3] Een wijziging in de samenstelling van het opkoopprogramma waarbij ook bedrijfsobligaties en hoogrenderende obligaties (high yield) aan de mix worden toegevoegd.
[4] Een renteverlaging: de ECB zou de reeds negatieve depositorente van min 0,2% verder kunnen verlagen en hetzelfde geldt voor de rente die de ECB rekent voor leningen, die nu op 0,05% staat.
[5] Verstrekkende (en onwaarschijnlijke) maatregelen. Denk aan een verandering van de inflatiedoelstelling, maar ook het toevoegen van aandelen, bankleningen of niet-Europese obligaties aan het opkoopprogramma. Een ander mogelijkheid in deze ingrijpende categorie is het geld te creëren om dat aan de huishoudportemonnee van burgers toe te voegen (zogenoemd ‘helikoptergeld’).
Opties 1 tot en met 3 betreffen volgens Diggle een uitbreiding van het aankoopprogramma, dat op dit moment klein is in vergelijking met soortgelijke programma’s in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, zeker gemeten aan de omvang van de economie van de eurozone.
Een verdere renteverlaging (optie 4) lijkt dichterbij dan een aantal maanden geleden, meent de econoom. De reden daarvoor is dat de eurozone inmiddels geconfronteerd wordt met een meer ‘conventioneel’ macro-economisch probleem van lage vraag en hoge werkloosheid, gepaard met lage inflatie. En het probleem van een niet-functionerende bankensector lijkt verleden tijd te zijn.
“De rentes van de Zweedse en Deense centrale banken maken duidelijk dat de huidige min 0,2% depositorente in de eurozone zeker niet het laagste punt hoeft te zijn. Bovendien zou Draghi met een verlaging van deze rente het pakket aan obligaties dat voor aankoop in aanmerking komt kunnen verruimen, want dat is gedefinieerd als obligaties waarvan de yield boven de depositierente uitkomt.”