Profiteer van de ervaringen met Defined Contribution

0

Nog slechts 2% van de pensioenmarkt in Nederland is Defined Contribution (DC). Maar dat verandert in rap tempo. “We kunnen daarom leren van landen als de Verenigde Staten en Australië”, zegt Sino Krijgsman, directeur Benelux van MFS Investment Management.

We staan met DC nog in de kinderschoenen, constateert Krijgsman. “Alhoewel we met elf Premie Pensioen Instellingen (PPI’s) grote sprongen maken, zijn we lang nog niet zo ver als de VS en Australië.” Sinds 1 januari 2011 mogen instellingen een dergelijke PPI oprichten om daarmee beschikbare premieregelingen aan te bieden. APG doet dat bijvoorbeeld samen met ABN Amro en PGGM met Rabobank.

Dergelijke PPI’s maken in Nederland een stormachtige ontwikkeling door. Momenteel zit er al 700 miljoen euro in deze fondsen. Ook grote ‘corporates’ denken meer en meer aan het losweken van Defined Benefit-regelingen (DB), waarbij de pensioendeelnemer zijn pensioenuitbetaling krijgt gegarandeerd. Argument? Het pensioenfonds zorgt voor te veel schommelingen op de balans van de onderneming, waardoor aan de beurs genoteerde bedrijven zelf welhaast beleggingsfondsen lijken.

Aanzienlijk groeien

Daarnaast willen corporates als Unilever en Shell simpelweg van de verplichting af om bij te storten als ineens blijkt dat dekkingsgraden onder het door De Nederlandsche Bank (DNB) vereiste niveau komen. “In sommige gevallen, zoals bij British Airways, is het pensioenfonds groter dan het bedrijf geworden. Daarmee loop je het risico dat het fonds het bedrijf omtrekt.”

Nog slechts 2%. Het lijkt marginaal. En het is volgens Krijgsman nog maar de vraag of DC-regelingen in Nederland ooit zo populair worden als in de VS en Australië. “Maar als grote corporates als Unilever al overgaan, dan is het mijn verwachting dat die 2% in de toekomst aanzienlijk groeit. Hoeveel? Dat is lastig te zeggen.”

De participatiegraad aan DC-pensioenregelingen is in de VS 78%. Daar ligt de verdeling op 42% DB en 58% DC. “Maar schaalgrootte is in de VS ook echt schaalgrootte. Je hebt het dan meteen al over 5000 miljard in DC-regelingen.” En we kunnen best van de Amerikanen leren, stelt Krijgsman er achteraan. “In Amerika wordt er van je verwacht dat mensen hun eigen pensioen regelen. Het is daarom ook veel normaler een eigen financieel adviseur uit het fijnmazige netwerk aan te trekken. Die woont waarschijnlijk bij je om de hoek.”

Minder positief volgens hem: het premiepercentage is er laag, omdat Amerikanen niet graag verplichtingen aangaan. “Daarnaast kent de VS een onwaarschijnlijke keuze aan beleggingsopties. En hoe meer keuze, hoe lastiger het kiezen wordt.”

Kosten gereduceerd

Maar waar Nederland volgens Krijgsman wel naar kan kijken, zijn de zogeheten ‘target date funds’. “Die beleggingsfondsen worden op maat gemaakt voor het doel van de pensioendeelnemer. Wil hij over dertig jaar met pensioen, dan weerspiegelt zijn asset allocatie dat. Hoe dichter bij de einddatum, hoe minder risico het fonds neemt.”

Bovendien is de VS hét land van de multimanager. “Dus niet alleen je huisfondsen in de portefeuille, maar ook de fondsen van derden. Daardoor zijn de kosten van het runnen van een platform enorm gereduceerd. Voor een Amerikaans DC-product betaal je daardoor ongeveer slechts 50 basispunten per jaar.”

De Amerikaan wordt geacht zijn pensioen zelf te regelen en krijgt zijn opgebouwde kapitaal ineens overgemaakt. Krijgsman: “Je verwacht dat er daardoor onverstandig met de pot met geld wordt  omgesprongen. Maar het tegendeel is waar. Pensionado’s snappen dat ze nog twintig jaar vooruit moeten met het uitgekeerde bedrag. Ook daar kunnen we van leren. Is het DB-systeem niet dermate beschermend, met als credo ‘wij regelen het voor u’, dat Nederlanders maar weinig geneigd zijn na te denken over hun pensioen?”

Verplichting

Door naar ‘Down Under’. In Australië is het beeld nog verder naar DC doorgeschoten. Daar ligt, vanwege een verplichting vanuit de overheid sinds 1992, de participatiegraad aan het zogeheten ‘superannuation system’ met 92% hoog. 84% van de pensioendeelnemers zit in een DC-, de rest in een DB-regeling.

“Je bent in Australië verplicht aan de pensioenregeling deel te nemen, maar je kunt kiezen uit ongeveer 25 aanbieders. Van die aanbieders kun je de beleggingsresultaten en de kosten vergelijken. In de loop der jaren heeft de overheid de verplichte ‘contribution rate’ verhoogd van 3% in 1992 naar 9,5% nu. Ze willen zelfs naar 12% in 2020 om de pensioenverplichtingen dekkend te krijgen.”

Wat we van de Australiërs kunnen leren? “Twee dingen. Allereerst de verplichting die we bijvoorbeeld voor de groeiende groep zelfstandigen in ons land kunnen invoeren. Ten tweede de vrijheid aan keuze die je vervolgens als deelnemer in het concurrerende veld van aanbieders wel hebt.”

Krijgsman plaatst ook een kanttekening. “Er is in Australië nog weinig geregeld voor de periode dat de pensioenregeling tot uitkering komt. Je krijgt op pensioendatum een lumpsum uitgekeerd waarmee je bijvoorbeeld je hypotheek kunt aflossen of een annuïteit met bepaalde looptijd kunt aankopen. Maar de regelingen en mogelijkheden voor de uitbetalingsfase zijn weinig ontwikkeld, doordat het systeem nog jong is en de focus nog voornamelijk ligt op de accumulatie en niet op decumulatie.”

Onwaarschijnlijk goed

Krijgsman benadrukt dat ‘we’ het in Nederland met onze ondernemings -en bedrijfstakpensioenfondsen onwaarschijnlijk goed hebben geregeld. “We staan niet voor niets in de top drie van wereldwijde pensioensystemen van adviesorganisatie Mercer. Het is een robuust systeem van vroeg beginnen met het opbouwen van kapitaal via premie-inleg en beleggingsopbrengsten. We kennen daarnaast zeer professionele pensioenfondsbesturen en efficiënte uitvoeringsorganisaties. Maar dat systeem staat onder druk.”

Vanwege de vergrijzingsgolf gaat er in de toekomst meer geld uit dan er in het systeem komt. “Daarnaast is er de trend van individualisering. DB komt uit de jaren vijftig. Schouders eronder. Nederland weer samen opbouwen. Nu moet een groter wordende groep Nederlanders voor zichzelf zorgen. De overheid laat gelukkig realiteitszin zien, waardoor het systeem langer meekan. De premie-inleg gaat omhoog. De pensioenleeftijd is hoger geworden. En inkomens boven de honderdduizend euro per jaar worden zelf geacht voor hun pensioen te zorgen. Al met al vergroot dat de DC-markt aanzienlijk de komende jaren.”

Die groei zit nu veelal in collectieve DC-regelingen. “Dat zijn eigenlijk oplossingen tussen DB en DC in. Het zijn eigenlijk DB-regelingen waarbij de premiebetaling een aantal jaren is vastgelegd. Maar ik verwacht dat de trend van individualisering in Nederland zo groot wordt, dat we in vijf tot tien jaar vooral individuele DC-regelingen zien. Dat soort regelingen zijn ook eenvoudig uit te leggen aan de deelnemer die zijn eigen keuzes wil maken. In elk geval eenvoudiger dan het verhaal over dekkingsgraden en rentestanden.”

Volgens Krijgsman kunnen ‘we’ leren van Australië en de VS. Niet alleen over wat we wel, maar zeker ook over wat we niet moeten doen. “Duidelijk is wel dat die landen meer ervaring dan wij hebben met het DC-systeem. Daar moeten we van profiteren”, aldus Krijgsman. Want dat 2% aanzienlijk meer wordt, is geen vraag meer. Het is eerder de vraag hoe we die explosieve groei in goede banen leiden.

Deel dit artikel

Over de auteur

Redactie The Asset

De redactie is verantwoordelijk voor de dagelijkse nieuwsupdates op de website en nieuwsbrief van The Asset. Het team brengt met name nieuws en visies die interessant zijn voor beleggingsprofessionals.


Kennispartners

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies om u de beste surfervaring te geven. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op 'Accepteren' hieronder, dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten