Volgens Standard & Poor’s (S&P) wordt in de eurozone voor iedere euro die de publieke sector in 2015 in infrastructuurprojecten investeert, ongeveer 1,40 euro extra aan het reële bbp toegevoegd over de periode 2015-2017.
Economen van S&P schrijven dit in een rapport dat gemaakt is naar aanleiding van de publicatie van de Europese Commissie omtrent het Juncker Plan en het aanstaande World Economic Forum, dat van 21 tot en met 24 januari in Davos wordt gehouden.
De voorgenomen infrastructuurprojecten in het Juncker Plan leveren volgens S&P zo’n 627.000 nieuwe banen op in de eurozone en meer dan een miljoen in de hele Europese Unie. Voor Nederland berekent S&P maximaal 34.000 nieuwe banen en 1,80 euro extra toevoeging aan het bbp voor elke geïnvesteerde euro. “Deze verhouding tussen geïnvesteerd geld en toename van het reële bbp (multiplier effect) is in groeiende economieën vaak groter dan in ontwikkelde landen. In China, India of Brazilië bijvoorbeeld, betekent een toename in investeringen gemiddeld het dubbele in groei van het bbp.”
S&P: “Investeringen in infrastructuurprojecten als een percentage van het bbp zijn lager dan een decennium geleden, hoewel ongeveer een derde van de uitgaven van Europese regeringen de infrastructuursector betreft. Volgens ons onderzoek heeft het stimuleren van investeringen in Europa in één bepaald land een beperkt effect op de groei van datzelfde land en andere buurlanden. Dit is in sterke tegenstelling tot andere werelddelen. Wij denken daarom dat een gecoördineerd plan dat alle lidstaten van de Europese Unie omvat een veel belangrijker effect zal hebben voor de groei en werkgelegenheid dan geïsoleerde en landspecifieke initiatieven.”
De volledige analyse van het Juncker Plan, met de voordelen en obstakels, is hier te lezen