De val van Washington Mutual (WaMu) in 2008 was de grootste uit de Amerikaanse geschiedenis. Daar kon ook het verhullen van een bankrun niets aan veranderen. Uiteindelijk ontstond er toch een kettingreactie die catastrofaal uitpakte.
In het Californische Pasadena kijken twee Washington Mutual-managers vertwijfeld naar de nieuwsuitzending. Ze zien de lange rij mensen voor een vestiging van IndyMac Bank, nog geen twee blokken verderop. Allemaal op zoek naar hun spaargeld. De bankrun is groot, nationaal nieuws. Hetgeen de afgang van de bank alleen maar versnelt.
Dat nooit, denkt de WaMu-leiding. Ze stellen een plan op en verspreiden dat onder de managers van alle 2239 vestigingen. Ze schatten de omvang van een eventuele bankrun in, proberen ongeruste klanten gerust te stellen en bereiden zelfs de bankbediendes voor op een eventuele chaos. Daarmee kunnen ze een bankrun niet voorkomen. Sterker nog, gedurende de laatste twee weken van juli 2008 halen klanten maar liefst 9,4 miljard dollar van hun WaMu-rekeningen.
Subprime
Maar vanwege de voorzorgsmaatregelen blijft de chaos uit. Rijen staan er niet, waardoor ook de media onwetend blijft. Een fatale kettingreactie komt er niet. Zelfs de aandeelhouders weten van niets. Pas een jaar na de definitieve val van WaMu komt de bankrun boven water.
De subtiele wijze waarop de WaMu-leiding de bankrun het hoofd biedt, vormt het laatste kunststukje van de bank. Maar het is slechts uitstel van executie. De grove, onomkeerbare fouten zijn al veel eerder gemaakt, waardoor het eigenlijk wachten is op de definitieve nekslag.
WaMu heeft zich in het decennia voor 2008 opgewerkt tot de grootste spaarbank van de Verenigde Staten. Maar dat heeft de bank vooral gedaan door honderdduizenden hypotheken te verstrekken aan klanten met een verre van gedegen of stabiel inkomen: de zogenaamde subprime- of ‘rommelhypotheken’. De woningen, die op dat moment nog sterk in waarde stegen, fungeerden als het onderpand.
Halverwege 2007 gaat het mis. Zodra de aflossingsvrije periode van de hypotheken afloopt, hebben veel klanten moeite met hun aflossingen. Omdat ook de huizenmarkt ineenstort, blijft WaMu achter met grote aantallen slechte leningen. De bank besluit aan het einde van dat jaar zijn subprime-divisie volledig op te doeken. Maar het is dan eigenlijk al te laat. In juni 2008 staat er nog 69 miljard dollar aan subprimehypotheken uit, liefst 58% van alle WaMu-hypotheken.
Moody’s
De slechte hypotheken dwingen WaMu geld opzij te zetten, 5,9 miljard dollar in totaal. Maar dat heeft vanzelfsprekend zijn weerslag op de eerste kwartaalcijfers van 2008. Het eerste kwartaal schrijft de bank een verlies van 1,14 miljard dollar, het tweede kwartaal is het verlies 3,3 miljard dollar.
De publicatie van de cijfers doet de bank vanzelfsprekend weinig goeds. De aandelen kelderen, ondanks dat de bankleiding de bankrun uit de publiciteit weet te houden. En dus schuifelt de financiële top in september angstig het kantoor van kredietbeoordelaar Moody’s in New York binnen.
Daar volgt een spervuur aan vragen van een legertje beoordelaars. Alle aanwezigen beseffen het belang van het gesprek. Een verdere verlaging van de kredietwaardigheid kan de bank het beslissende zetje richting de afgrond geven.
Junk
Dat is ook precies wat er gebeurt. WaMu krijgt de ‘junk-status’. Dit keer is de bank wél landelijk nieuws. Cliënten krijgen opnieuw het signaal dat hun spaargeld wellicht niet zo veilig is als oorspronkelijk gedacht. Een tweede bankrun is een feit. Miljarden dollars vliegen de komende dagen naar buiten. Alleen al op 18 september nemen klanten 2,8 miljard dollar op. Een internationaal record.
De leiding zoekt nog twee weken naar kopers. Maar zodra het nieuws doorsijpelt dat de federale toezichthouders WaMu in beslag willen nemen en vervolgens willen veilen, haken alle potentiële kopers af. De bank gaat zo formeel failliet. Uiteindelijk betaalt JPMorgan Chase op die veiling ‘slechts’ 1,9 miljard dollar voor de activa.
Zo komt er een einde aan 119 jaar Washington Mutual. Het is de grootste omgevallen bank uit de Amerikaanse geschiedenis. De grootste slachtoffers? De aandeelhouders en crediteuren. Met dank aan het ingrijpen van de overheid en daardoor het formele faillissement, houden zij immers niets over aan de overname.