“Een sterkere groei van de wereldeconomie gaat gepaard met aanzienlijke verschillen, afhankelijk van het feit of landen netto-importeurs of -exporteurs van grondstoffen zijn, de krapte van de binnenlandse financiële omstandigheden en de mate van de structurele tegenwind voor de groei.” Dat schrijft Jeremy Lawson, hoofdeconoom van Standard Life Investments.
Volgens Lawson en zijn collega’s James McCann, Govinda Finn en Alex Wolf lijkt het economische plaatje voor 2015 simpel: lage rente, gehalveerde olieprijzen, gezondere balansen in de private sector, verbetering van de arbeidsmarkt en lagere fiscale tegenwind moeten gezamenlijk leiden tot een merkbare verbetering van de wereldeconomie.
“De consumentenbestedingen trekken ondertussen aan, wat binnenkort merkbaar moet worden in een groeiende wereldhandel en industriële productie. Minder steun komt er vanuit het sentiment en de investeringen in het bedrijfsleven. Daar ondergaat de wereldeconomie een switch in drijfveren. We verwachten dat de stevige rugwind voor de consumentenbestedingen sterker is dan het effect van wegvallende investeringen in de oliesector”, aldus de macro-economen.
In 2015 spelen volgens hen de antwoorden op drie fundamentele vragen een rol:
1. Leidt de daling van de olieprijs tot een versnelling van de economische groei? Lawson: “Ik verwacht de stimulans nu vooral van de consumptieve bestedingen en niet meer van de bedrijfsinvesteringen.”
2. Hoe lang duurt het voordat de snelle daling van de werkloosheid leidt tot een snellere groei van de lonen?
3. Wanneer neemt de Fed een eerste rentestap en hoe snel volgen deze elkaar daarna op?