Onderzoek van Candriam toont aan dat innovatie belangrijker wordt dan kwaliteit en dienstverlening, vanuit beleggingsoogpunt. De vermogensbeheerder staaft dit met het feit dat een eigen beleggingsportefeuille met innovatie-aandelen in waarde is verdubbeld, terwijl de bredere markt een waardestijging van 50% kende.
Bedrijven die een duurzaam concurrentievoordeel tot stand willen brengen, kunnen daarom beter investeren in een sterke Research & Development-afdeling (R&D) en zich toeleggen op daadwerkelijk vernieuwende ideeën, aldus Koen Popleu, Deputy Head of Fundamental European Equity bij Candriam en auteur van de white paper over innovatie, naar aanleiding van het onderzoek.
Hij wil wel graag wat misverstanden uit de weg ruimen. Veel mensen denken dat innovatie per definitie revolutionair is of een trendbreuk vormt. Het beeld van start-ups en innovaties die hele bedrijfstakken ontwrichten en daarmee volledig nieuwe markten creëren, is echter uitzonderlijk. “Evolutionaire of stapsgewijze innovatie is veel gebruikelijker en kan ook een enorme impact hebben op waarde, maar is tegelijk veel moeilijker te herkennen.”
Geen perfecte maatstaf
De aanwijzingen voor outperformance door innovatie zijn sterk, zo durft Popleu te stellen. Hij bekrachtigt dit door de prestaties in de afgelopen zeven jaar van een beleggingsportefeuille van Candriam, die focust op innovatieve aandelen. “Deze is ruimschoots in waarde verdubbeld, terwijl de bredere markt zo’n 50% in waarde is gestegen.
Een belangrijke manier om innovatie te herkennen, is op basis van de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling. R&D-uitgaven zijn echter geen perfecte maatstaf voor innovatievermogen. Uit het onderzoek van Candriam is gebleken dat R&D-uitgaven van meer dan 20% leiden tot een teleurstellend risico/rendement-profiel.
Innovatie kan dus niet alleen op basis van cijfers worden vastgesteld, maar moet gezien worden als een bewuste beslissing van een bedrijf om een markt te veranderen en om gecoördineerde creativiteit een centrale plaats geven in de bedrijfscultuur. Innovatie blijft dus niet beperkt tot de R&D-afdeling volgens Popleu. Het moet op elk niveau deel uitmaken van het DNA van een onderneming, van de raad van bestuur tot de werknemers.
Big data
Candriam keek ook naar sectoren waar innovatie hoog op de agenda staat. Een innovatieportefeuille zou een overwogen positie moeten hebben in de chemie, de gezondheidszorg, de IT, de industrie en sommige consumentensegmenten. “Daar liggen R&D-uitgaven relatief hoog en worden een relatief groot aantal innovatiesuccessen geboekt. Energie, nutsbedrijven en telecom zijn voorbeelden van sectoren waar innovatie van secundair belang is.”
Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat uitdagingen rond Big Data potentieel veel concurrentievoordeel opleveren voor bedrijven die hier innovatief mee omgaan. “Slimme analyse van deze enorme stromen dataverkeer, kunnen enorme, voorheen onbekende, bronnen van innovatie gaan vormen”, stelt Popleu.
Hij adviseert dat tijdens het aandelenselectieproces voor een innovatieportefeuille ook aandacht wordt besteed aan andere factoren dan uitstekende ideeën en het voordeel de eerste marktpartij te zijn. “Om positieve rendementen te genereren, moet de portefeuille aan een strenge financiële beoordeling worden onderworpen. Daaruit moet blijken of het concurrentievoordeel van het bedrijf al dan niet duurzaam is.”