Aegon Asset Management verhandelt nu alle renteswaps voor zijn pensioenklanten via een centrale tegenpartij. De vermogensbeheerder is hiermee één van de eerste vermogensbeheerders die zijn pensioenklanten bedient volgens de nieuwe marktstandaard zoals vastgelegd in de European Market Infrastructure Regulation (EMIR).
De EMIR is op initiatief van de Europese Commissie ingevoerd om de handel in derivaten transparanter en veiliger te maken. Vanaf 16 augustus 2018 moeten pensioenfondsen onder de EMIR voor het verhandelen van rentederivaten ook gebruik gaan maken van een geautoriseerde centrale tegenpartij.
“Pensioenfondsen hebben nu nog een ontheffing voor clearing onder de EMIR, maar ondertussen is de prijsvorming van derivaten minder gunstig aan het worden indien er geen centrale tegenpartij wordt gebruikt”, vertelt David van Bragt, senior consultant bij Investment Solutions van Aegon Asset Management. “Het is voor pensioenfondsen dus toch al van belang om te onderzoeken of een centrale tegenpartij kan worden gebruikt.”
Central clearing moet zorgen voor het transparanter maken van prijzen, het verminderen van transactiekosten en een vereenvoudiging van waarderingen. Ook neemt het tegenpartijrisico af doordat de centrale tegenpartij extra buffers moet aanhouden. Pensioenfondsen moeten echter ook meer kasgeld beschikbaar houden om dagelijks onderpand te kunnen storten bij de centrale tegenpartij.
Fondsmanager Martin Bottenberg: “Voor kleine pensioenfondsen wordt het moeilijk om zelf via een centrale tegenpartij in derivaten te handelen. Het vraagt immers een zekere schaalgrootte om dit proces in te richten. Dit is simpelweg te duur voor kleinere partijen. Door EMIR-proof te zijn bieden wij kleine en middelgrote pensioenfondsen, die op termijn in de problemen komen, nu al een oplossing.”
